Connect with us

Formule 1-coureur

“Verstappen kan een haast perfecte Formule 1-coureur worden”

Avatar

Published

on

Het is een bewolkte vrijdagochtend in Amsterdam als we Priestley treffen in het Ambassade Hotel aan de Herengracht. Twee jaar geleden verscheen zijn boek ‘The Mechanic: The Secret World of the F1 Pitlane’ en sinds deze week is het werk ook in het Nederlandse verkrijgbaar met dank aan uitgeverij Volt. Een mooie aanleiding om eens met hem te gaan zitten, al kan een week voor de start van een nieuw Formule 1-seizoen de actualiteit ook niet onbesproken blijven.

Het nieuwe Formule 1-seizoen staat voor de deur. Hoe denk je dat je oude team McLaren ervoor staat?
“Toen ik nog in het team zat, lachten we ons altijd rot om wat er tijdens de wintertests door de media werd geschreven. Iedereen probeert de teams in een volgorde te zetten en te voorspellen wie het kampioenschap gaat winnen. Maar wij wisten ondertussen dat we compleet andere dingen aan het doen waren op de dag dat zij onze rondetijden analyseerden. Je moet de testuitslagen dus echt met een flinke korrel zout nemen.”

“Maar je kan natuurlijk wel iets zeggen over de betrouwbaarheid en dergelijke. En McLaren heeft zeker een stap voorwaarts gezet wat betreft de betrouwbaarheid. De afgelopen twee jaar waren ze tijdens de wintertests nauwelijks op de baan te vinden. Ze waren vooral in de garage bezig om de auto weer in elkaar te zetten. Daar was dit jaar echter geen sprake van. Dus dat is al een veel beter begin. Ze hadden ook een redelijk goed idee van wat er vorig jaar scheelde aan de auto en hebben dat rechtgezet bij de wagen van dit jaar. Volgens mij is daar dus een gigantische stap voorwaarts gezet.”

“Ik denk niet dat ze dit jaar het kampioenschap winnen, maar ze zullen wel beter meedoen in het middenveld. Dat is nog steeds niet waar een team als McLaren blij mee zal zijn, maar je moet niet vergeten dat ze vorig jaar achteraan reden. Mijn gevoel zegt me dat ze het tij aan het keren zijn. Ze hebben een paar goede technische mensen aan boord gehaald en zijn aan het bouwen voor de toekomst. Ik zie in het team ook een veel positievere sfeer dan de afgelopen jaren. Kortom: als je fan bent van McLaren, is er genoeg om naar uit te kijken.”

Beschouw je jezelf als een McLaren-fan?
“Jazeker. Ik zou tegenwoordig natuurlijk onpartijdig moeten zijn, maar McLaren is het enige Formule 1-team waarvoor ik gewerkt heb, dus zij zullen altijd wel een speciaal plekje in mijn hart hebben. Dus ja, ik zou graag zien dat ze weer succesvol worden.”

Was het lastig om McLaren te zien worstelen de afgelopen jaren?
“Ja, heel moeilijk. Ik heb daar per slot van rekening nog steeds veel vrienden werken. Ik spreek regelmatig met mensen bij McLaren, dus ik weet hoe moeilijk het voor ze was. In mijn tijd bij McLaren zaten er ook jaren bij dat het vreselijk slecht ging met het team. Dat is verschrikkelijk om mee te maken. Je werkt twee keer zo hard, maar in de resultaten is daar niets van terug te zien. Om aan het begin van het seizoen te weten dat dat het hele jaar het geval zal zijn, is afschuwelijk. Maar nu lijkt iedereen in het team iets positiever te zijn. Hopelijk gaat het dit jaar dus beter met McLaren.”

Zie je McLaren onder het huidige management weer uitgroeien tot titelkandidaat?
“Ja. Het zal zeker wel wat tijd in beslag nemen. Maar ik denk dat ze daar vorig jaar een knop hebben omgezet. Het management had door dat ze het op een andere manier aan moesten gaan pakken. Ze riepen in het begin dat ze het beste chassis hadden en er met de Renault-motor weer gewonnen zou worden, maar dat liep allemaal net even wat anders. Ze stellen zich nu bescheidener op en zijn meer gefocust op het neerzetten van een goed team voor de lange termijn. Dat is volgens mij de juiste insteek. Ik heb er dus zeker vertrouwen in dat ze weer terug kunnen keren aan de top.”

Als we dan toch een voorzichtige conclusie mogen trekken uit de wintertests, dan lijkt Ferrari iets voor te liggen op Mercedes. Slagen ze er dit jaar wel in om tot het einde toe mee te vechten om de titel, denk je?
“Ik hoop het wel. De auto ziet er fantastisch uit. Ze hebben dit jaar natuurlijk ook een ander management, waardoor er misschien een iets andere cultuur in het team heerst. Er is een andere president en een andere teambaas, dus de hele structuur is anders dan een jaar geleden. De oude cultuur bij Ferrari was vrij lastig om in te werken. Er werd veel druk gezet op het team en op bepaalde momenten bezweek men er gewoon onder. Ik denk dat ze daar wel van hebben geleerd en dit jaar een goede kans hebben om echt voor de titel te gaan. Het zou mooi zijn om dit jaar een seizoen lang een close gevecht te hebben tussen Ferrari en Mercedes, nadat Ferrari vorig jaar door diverse fouten halverwege het kampioenschap al achterop raakte. De Formule 1 zou dat goed kunnen gebruiken.”

Je schrijft in het boek onder andere over 2008, het jaar waarin Lewis Hamilton zijn eerste wereldtitel pakte. Ooit gedacht dat hij een vijfvoudig wereldkampioen in de Formule 1 zou worden?
“Ik denk dat niemand dat op dat moment had kunnen bevroeden. Maar ik vond dat hij toen al een bepaalde ‘star quality’ over zich had en een briljante rijder was. Dat had ik eigenlijk vanaf de eerste dag dat Lewis bij het team kwam al. In 2007 nam iedereen aan dat Fernando Alonso dat jaar wel even zou domineren, maar Lewis had daar duidelijk andere ideeën over. Hij was binnen een paar races net zo snel als de regerend wereldkampioen. Dan weet je dat je met een speciaal iemand te maken hebt. We hadden dus wel door dat hij een geweldige rijder was en het heel ver kon schoppen. Maar dat hij de sport zo zou domineren, had niemand kunnen voorspellen. En hij is nog niet klaar.”

Hoe vind je dat Lewis zich op persoonlijk vlak heeft ontwikkeld?
“In het boek kun je lezen dat ik best kritisch ben op hoe Lewis in het begin omging met de situatie met Alonso als teamgenoot. Dat deed hij destijds niet goed. Ook merkte je dat zijn persoonlijke leven en relaties van invloed waren op zijn prestaties op de baan. Op de momenten dat het privé niet lekker ging, leden zijn verrichtingen op het circuit daaronder. Maar als je nu naar hem kijkt, dan is hij als coureur en persoon een stuk volwassener. Hij krijgt buiten de races om de kans om de dingen te doen die hij het liefst doet, waardoor hij gelukkig is en kan schitteren op het circuit. Dat doet Mercedes goed. Als je hem te veel beperkt, dan is hij niet gelukkig en zie je dat terug in zijn rijden. Uiteindelijk is hij ook maar een mens en we presteren allemaal beter als we ons goed voelen.”

“Ik vind Lewis ook een goede ambassadeur voor de Formule 1. Dankzij maken mensen kennis met de sport die anders nooit van de Formule 1 hadden gehoord. Ik denk dat als Lewis eenmaal gestopt is, men pas realiseert wat hij eigenlijk wel niet voor de sport heeft betekend. Op dit moment is hij een nagenoeg perfecte Formule 1-coureur. Hij maakt geen fouten en blijft zoeken naar manieren om zichzelf te verbeteren. Ik heb enorm veel respect voor wat hij laat zien. Ik ben nooit fan geweest van hem als persoon maar ik kan geen enkele andere coureur uit de recente geschiedenis van de sport noemen die zo goed is als hij.”

Zie je die nagenoeg perfecte coureur op gelijke hoogte komen met Michael Schumacher als het gaat om het aantal wereldtitels?
“Ik zie niet in waarom hij dat niet voor elkaar zou kunnen krijgen. Hij is in de buurt. Nog twee titels en hij is er. Er is op dit moment niets wat erop wijst dat hij de komende twee jaar geen kampioen kan worden. En mocht hij in de komende twee jaar een keer niet winnen, dan gaat hij volgens mij nog wel iets langer door. Ik denk dat records hem wel iets doen. En hij is nu zo dichtbij dat ik me niet kan voorstellen dat hij het erbij laat zitten. Als hij dit jaar de titel pakt maar volgend jaar niet, dan gaat hij echt niet stoppen. Hij wil dat record. Hij wil herinnerd worden als de beste Formule 1-coureur die er ooit is geweest. Hij zal dat nooit hardop zeggen, maar zo steekt hij wel in elkaar.”

Wat zijn je verwachtingen van Red Bull-Honda dit jaar?
“De betrouwbaarheid is stukken beter dan die in het verleden is geweest. Dat is vast een goede manier om het jaar te beginnen, want dan kun je de focus eerder verleggen naar het verbeteren van de performance. Tot dusver was betrouwbaarheid een dingetje bij Honda, maar in dat opzicht ziet het er nu fantastisch uit en ik moet zeggen dat de prestaties er ook mogen zijn. Helmut Marko zegt dat Red Bull achter Ferrari staat maar voor Mercedes. Als dat zo is, hebben we nog een team dat permanent vooraan meestrijdt. Dat zou geweldig zijn. Ik zou Max Verstappen ook dolgraag met Lewis Hamilton en Sebastian Vettel om de titel zien vechten. Dat zou toch mega zijn? Het zou fantastisch zijn als de drie beste coureurs ook alle drie over een competitieve auto beschikken.”

Wat vind je van wat Max tot dusver heeft laten zien in de Formule 1?
“Schitterend. Hij is naast een goede coureur ook een karakter, en dat is waar deze sport behoefte aan heeft. Hij is niet bang om te zeggen wat hij vindt. Dat kan voor polarisatie zorgen, aangezien niet iedereen het altijd met hem eens is. Maar een Formule 1-coureur moet naar mijn mening ook geen corporate robot zijn die alleen maar politiek correcte uitspraken doet. En Max is zeker niet zo. Ook op het circuit zorgt hij voor spanning. Hij doet dingen die anderen niet doen. Soms is dat controversieel, maar controverse is alleen maar goed voor een sport als de Formule 1. Ik ben dus een groot fan van Max. Ik vind hem geweldig en wil hem heel graag in een auto zien waarmee hij voor het kampioenschap kan vechten. Want iemand met zijn talent hoort een keer kampioen te worden.”

In je boek schrijf je dat je bij Lewis al bepaalde voortekenen zag van hoe goed hij zou kunnen worden. Zie je die ook bij Max?
“Ja, absoluut. Als ik terugdenk aan Lewis zijn allereerste Formule 1-race, de Australische Grand Prix van 2007, dan herinner ik me dat hij in de eerste bocht na de start meteen de strijd aanbond met Fernando Alonso. Een jongen die net in de sport kwam kijken, ging daar wiel aan wiel met de regerend kampioen. En Lewis gaf geen millimeter toe. Max is precies zo. Hij gedraagt zich niet zoals een jonge, getalenteerde Formule 1-coureur zich misschien zou moeten gedragen. Hij doet alles op zijn eigen manier en zodoende hebben we al geweldige dingen van hem gezien tijdens zijn eerste jaren in de sport. We hebben hem ook fouten zien maken en soms is hij een heethoofd, maar ik vind dat juist goed. Als je zulke briljante en gedurfde acties maakt, gaat het af en toe mis. Maar dat maakt de sport alleen maar geweldig om naar te kijken. Ik denk dat Max over dezelfde ingrediënten beschikt als Lewis die in het begin had. Voeg volwassenheid en ervaring toe aan die agressie en drang om zo snel mogelijk succesvol te zijn, en hopelijk hebben we straks dan nog een haast perfecte coureur in de Formule 1 rijden.”

De monteurs van Red Bull spreken niet met de media, maar jij zal ongetwijfeld zo nu en dan een woordje met ze wisselen. Heb je een idee hoe Max is om mee te werken in de garage?
“Ik had zelf een geweldige relatie met Kimi Raikkonen. Hij zorgde er altijd voor dat we buiten het circuit een leuke tijd hadden. Van wat ik van de jongens van Red Bull hoor, is Max net zo. Hij is nog steeds jong, geniet van het leven buiten het racen en houdt wel van een geintje. En de monteurs houden er ook wel van om af en toe wat lol te trappen. Als je iemand in de auto hebt zitten die dezelfde mindset heeft als jij, dan schept dat meteen een band. Dat had ik met Kimi en volgens mij hebben zij dat met Max.”

“Ze weten bovendien dat ze met Max een coureur hebben die onder de juiste condities iets spectaculairs kan afleveren. In zo’n geval heb je als monteur ook alles voor je coureur over. Dan maakt het je niet uit dat je tot drie uur ’s nachts door moet werken. Je bent daartoe bereid omdat je weet dat als je coureur in de auto stapt, je een kans hebt om te winnen. Dat gevoel leeft bij Red Bull absoluut. Zij weten dat ze met Max iemand hebben die hun auto naar de zege kan rijden.”

Je schrijft over je ambitie om deel uit te maken van de pitstopcrew en hoe die droom uiteindelijk uitkomt. Wat vond je zo mooi aan het doen van een pitstop?
“Het is heel moeilijk om het gevoel van een pitstop te omschrijven. De stoot adrenaline die je als monteur op zo’n moment krijgt, is met niets te vergelijken. Het duurt maar een paar seconden, maar je staat op dat moment onder zo ontzettend veel druk. Je weet dat er miljoenen mensen naar je kijken en ik was me er heel erg bewust van dat als ik een fout maakte, de hele wereld – inclusief mijn familie en vrienden die thuis zaten te kijken – wist dat ik degene was die het verprutst had. En je wil natuurlijk ook niet je makkers in het team teleurstellen en dat de coureur door jouw schuld de race verliest. Als je de auto in de pitstraat op je af ziet komen, schieten al die dingen door je hoofd.”

“Wat me nog het meest bijstaat van de pitstops, is het lawaai, de warmte en de vibraties. Je zit maar een paar centimeter van de auto, waar in die tijd nog een V8-motor achterin lag te brullen, en je voelt de hitte van de remschijven en uitlaat komen. Je botten trillen in je lichaam wanneer de coureur de auto naast je parkeert. Ik kan het alleen vergelijken met een raket die naast je wordt gelanceerd. Ik kan me zo voorstellen dat dat ongeveer hetzelfde moet voelen, want je wordt helemaal door elkaar geschud. Er zijn veel dingen die ik mis aan het werken voor een Formule 1-team, maar het gevoel van een pitstop is hetgeen ik nog het meest mis omdat niets in het normale leven hierbij in de buurt komt. Er is geen geen beter gevoel in de wereld dan wanneer jouw coureur dankzij een goede pitstop waaraan jij hebt meegewerkt, voor zijn voornaamste tegenstander op de baan terugkeert.”

In het boek schrijf je niet alleen over hoe er hard gewerkt wordt, maar ook over hoe hard er gefeest wordt. Er komen een paar incidenten voorbij waarbij jullie het wel erg bont maakten. Het vernaggelen van een huurauto was vaak nog maar het begin. Hoe was de reactie van McLaren na het verschijnen van je boek? En heb je nog wat van oud-collega’s gehoord?
“Je moet niet vergeten dat de wereld ruim tien jaar geleden heel anders was. Niemand had in die tijd een camera op zijn mobiel, dus je kon rustig uitgaan zonder dat je bang hoefde te zijn dat iemand een foto van je maakte en die op internet plaatste. Vóór mijn tijd was het waarschijnlijk nog erger, maar er heerste destijds een echte rock&roll-mentaliteit in de Formule 1. Wat meespeelde, is dat je veel van huis was, onder een enorme druk stond om te presteren en zeer lange dagen maakte. Het was een heel intens leven. Zodra je van het circuit was, kon je jezelf even laten gaan. Dat ging er bij ons misschien wat extreem aan toe en we hadden op sommige momenten misschien iets te veel lol, maar daar had het team net zoveel schuld aan als de monteurs. Het team organiseerde zelf ook ruige feestjes, wat je misschien niet zou verwachten van McLaren.”

“Maar zo ging het in die tijd. Het was een fantastische wereld om als 22-jarige in te werken. Toen naar buiten kwam dat ik een boek ging schrijven, kreeg ik wel een paar bezorgde telefoontjes. Maar ik ben erg voorzichtig geweest en wilde ook niemand in problemen brengen. Bovendien werk ik zelf nog in de Formule 1. Maar hopelijk staat er genoeg in het boek om de lezer een goed beeld te geven van hoe het was.”

Dus dit was nog maar het topje van de ijsberg?
“Ja, eigenlijk wel. Maar er staan volgens mij al wat behoorlijk wilde dingen in hoor, omdat ik gewoon eerlijk wilde zijn. Ik heb mezelf dus niets gecensureerd. Tegelijkertijd heb ik het ook niet mooier gemaakt dan het was. Maar inderdaad, er zijn andere incidenten geweest die mij en anderen in de problemen brengen als die bekend worden. Maar zoals ik al zei, er staat denk ik nog steeds genoeg in het boek waar mensen van zullen opkijken en van zullen denken: ‘Goh, ik wist niet dat dit gebeurde in de Formule 1.’ Ik ben er niet trots op maar het maakt onderdeel uit van de geschiedenis zoals die zich heeft afgespeeld, dus ik vond dat het erin moest staan. Zo ging het er in die tijd aan toe in de Formule 1. Niet alleen bij McLaren, maar bij alle teams.”

Hoe blaast een monteur tegenwoordig stoom af?
“Fitness. Vanuit de teams is daar nu ook heel veel aandacht voor. De leden van de pitstopcrew moeten fit en gezond zijn. Dus iedereen rent tegenwoordig aan het einde van de dag een rondje over het circuit en de teams organiseren gedurende het weekend ook verschillende activiteiten op het gebied van fitness. Een heel andere manier van stoom afblazen dan in mijn tijd het geval was dus!”

‘De monteur: Achter de schermen in de pitstraat’, uitgegeven door uitgeverij Volt, is sinds deze week verkrijgbaar bij de betere boekhandel.

 

First appeared at nl.motorsport.com

Continue Reading
Click to comment

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *