Teams
Waarom Aston Martin en Vettel lange weg te gaan hebben
Laten we vooropstellen dat de sport Lawrence Stroll best dankbaar mag zijn. Een consortium onder zijn leiding heeft Racing Point gered en heeft daarmee ook een belangrijk verlies voor de Formule 1 voorkomen. Met ‘slechts’ tien teams op de grid komt ieder vertrek van een formatie hard aan en juist die klap is met de pegels van Stroll senior uitgebleven. Het tweede pluspunt van zijn betrokkenheid is dat Aston Martin terug is in de koningsklasse. Oké, het gaat meer om wat stickers en een andere kleur dan dat het echt een raceteam van het Britse sportwagenmerk is, maar het extra cachet is welkom. Aston Martin spreekt toch meer aan dan Racing Point.
Bij dat cachet horen ook andere verwachtingen. Niet alleen van buitenstaanders, maar ook zeer zeker van de kopstukken binnen het team. Zo lieten Stroll senior en teambaas Otmar Szafnauer bij de teampresentatie weten dat het team binnen vijf jaar een gooi naar de wereldtitel wil doen. Een uitspraak die werd gevoed door de resultaten uit 2020 en ook door het optimisme dat bij het aantrekken van Sebastian Vettel komt kijken. Anderhalve maand later zijn de kaarten echter iets anders geschud. Aston Martin heeft bepaald geen vlekkeloze opening van het F1-seizoen achter de rug. Tijdens de wintertest legde men op Mercedes na het minst aantal ronden af en tijdens de seizoensopener wist Lance Stroll één schamel puntje te verzamelen.
De reden hiervan is al veelvuldig besproken: rake en de aangepaste vloer. Het zou Red Bull Racing in de kaart spelen en teams met een lage rake een seconde kosten. Dat laatste is trouwens een inschatting van Szafnauer zelf: “Toen wij de vorige keer op dezelfde lay-out in Bahrein reden, waren we op weg naar een podium. Dit jaar zijn we niet eens in de buurt gekomen. Het is een direct gevolg van de reglementsveranderingen. Als je de kwalificatietijden van vier maanden geleden en die van nu eens vergelijkt, dan zie je dat teams met een hoge rake een seconde voordeel hebben ten opzichte van teams met een lage rake.” Alhoewel dit een probleem is waar ook Mercedes mee te maken heeft, maakt het bij Aston Martin één ding treffend duidelijk: de weg naar succes is zelden tot nooit een rechte lijn. En juist die gedachte leek zich vorig jaar wel een beetje meester te maken van het team uit Silverstone.
Tekst gaat verder onder de foto:
Het idee ontstond – zeker bij Stroll en Szafnauer – dat de weg omhoog was ingezet en dat die weg binnen vijf jaar zou leiden tot een titelstrijd. Maar de weg omhoog is vorig jaar alleen maar ingezet door een ‘trucje’ dat slechts eenmaal kan worden uitgehaald: de Mercedes van een jaar eerder kopiëren en meeliften op het succes van de kampioensformatie. Dat maakt een team nog geen structurele topper of zelfs subtopper. De stap die Racing Point vorig jaar heeft gezet vertekent nogal en is absoluut niet representatief voor de normale ontwikkeling van het toch nog kleine team. Met de roze Mercedes kon de brigade ineens van P7 bij de constructeurs klimmen naar P4, zonder straf van de FIA was dat zelfs P3 geweest. Allemaal leuk en aardig, maar de FIA heeft overduidelijk aangegeven: dit willen we niet meer. ‘Reverse engineering’ zoals dit in het reglement heet, is verboden en vormt dus geen model voor de toekomst meer. Eén keer heeft het huidige Aston Martin geprofiteerd, maar nu is het over en uit met de pret.
Personeel en faciliteiten: structureel gat met de top
Aston Martin moet de weg naar de bedachte wereldtitel daardoor anders uittekenen. Dat kan op zich wel, in 2022 gaat het technisch reglement immers op de schop. Het grondeffect keert terug en ieder team achter Mercedes en Red Bull ziet dat als een uitgelezen kans om de kloof te dichten. Aston Martin vormt geen uitzondering. Bij deze rigoureuze verandering is het echter belangrijk wat er aan teams ten grondslag ligt, welke financiële middelen en vooral welk personeel? Op het eerste vlak is er dankzij Stroll geen probleem meer. Een blik op de geschatte budgetten van 2020 leert dat Racing Point ‘slechts’ het zesde team was met 180 miljoen euro, maar door het budgetplafond nivelleren de verschillen met pakweg Mercedes en Ferrari enorm. Aston Martin kan met het maximale bedrag – 145 miljoen dollar, exclusief motorische kosten en salarissen van coureurs – werken. De financiële kloof met de topteams valt dus weg.
Maar daarmee is Aston Martin er nog lang niet. Juist door het budgetplafond wordt de onderliggende structuur nog belangrijker. Het draait om de knowhow in het team en de faciliteiten. In dat opzicht is de equipe van Stroll voorlopig nog een middenmoter. Het cachet van Aston Martin is leuk, maar voor de topposities is er nog maar weinig versterking gekomen. Dat geldt bijvoorbeeld op technisch vlak, waar Andy Green al sinds 2011 de scepter zwaait. Veel belangrijker is dat hij het met zijn manschappen moet doen in zeer bescheiden faciliteiten. De fabriek te Silverstone voldoet niet meer aan de wensen van deze tijd, zoals het team overigens ook ruiterlijk toegeeft. Het betekent onder meer dat Aston Martin verscheidene onderdelen moet inkopen die ze liever in eigen beheer zouden maken. Een handicap dus.
Tekst gaat verder onder de foto:
Die handicap valt op termijn wel weg, aangezien Aston Martin in Silverstone aan een compleet nieuwe fabriek werkt. Punt is alleen dat die fabriek te laat komt voor het nieuwe reglement. Richting 2022 maakt de Formule 1 de grootste verandering op technisch vlak in jaren mee en juist daar wilde Aston Martin klaar voor zijn. Zo had de nieuwe fabriek eigenlijk medio 2021 opgeleverd moeten worden, maar is de geplande oplevering verschoven naar augustus 2022. Te laat voor de technische omwenteling, waardoor Aston Martin het belangrijkste werk – het ontwerpen en produceren van de 2022-auto – nog in beperkte faciliteiten moet doen. Geen fijn idee voor een team dat op termijn titelambities heeft. Door het budgetplafond en het aero handicap systeem is een vliegende start onder het nieuwe reglement trouwens des te meer gewenst. Een goed begin is zeer zeker in dit geval het halve werk.
Is er dan geen enkele reden tot optimisme? Jawel. Naast de financiële impulsen van de familie Stroll schuilt dat optimisme deels in Vettel. Dat klinkt misschien vreemd doordat hij al anderhalf jaar wat ondermaats presteert, maar Vettel kan met zijn bagage en ervaring goud waard zijn richting het nieuwe reglement. Daarbij moet niet worden vergeten dat Vettel een aardige rol heeft gespeeld in de Red Bull-successen en dat hij Ferrari in zijn eerste jaren ook bij de hand wilde nemen. Vettel weet als ervaren kracht perfect hoe andere teams werken en wat ervoor nodig is om een formatie succesvol te krijgen. Dat zijn opzet bij Ferrari niet is gelukt, heeft deels met politiek en de structuur in Maranello te maken. In Silverstone krijgt hij beduidend minder tegengas. Vettel kan achter de schermen dus zijn stempel drukken en Aston Martin wellicht op het juiste spoor zetten voor succes op de lange termijn. Maar goed, wel met de nadruk op ‘lange termijn’. Als de huidige situatie één ding duidelijk maakt, dan is het toch wel: de weg naar succes is ab-so-luut geen rechte lijn en Aston Martin heeft nog een bijzonder lange route af te leggen. Een stip aan de horizon is leuk, maar de kloof met de absolute top is nu nog immens.
Bekijk ook:
First appeared at nl.motorsport.com