Connect with us

Formule 1-coureur

De voorgangers van Bearman: De coureurs die bij Ferrari in F1 debuteerden

Avatar

Published

on

Oliver Bearman, Ferrari SF-24

Foto door: Zak Mauger / Motorsport Images

Oliver Bearman mocht in de Grand Prix van Saudi-Arabië zijn Formule 1-debuut maken en direct bij Ferrari. De Brit werd op vrijdagmorgen gebeld door Ferrari-teambaas Frederic Vasseur met het nieuws dat Carlos Sainz met spoed naar het ziekenhuis moest vanwege een blindedarmontsteking en het stoeltje voor hem was. Bearman maakte direct veel indruk met en bekroonde zijn optreden met een zevende stek. De verwachting is dat de 18-jarige coureur er in Australië niet meer bij is, maar het lijkt aannemelijk dat we hem in 2025 fulltime op de grid zien.

Arturo Merzario

Arturo Merzario debuteerde tijdens de GP van Groot-Brittannië in 1972

Arturo Merzario debuteerde tijdens de GP van Groot-Brittannië in 1972

Foto door: Sutton Images

Bearman was de eerste F1-debutant voor Ferrari in lange tijd. De laatste was Arturo Merzario in de Grand Prix van Groot-Brittannië van 1972. De nu 81-jarige Italiaan reed op het circuit van Brands Hatch zijn eerste race en finishte direct in de punten. Zijn zesde plaats was destijds genoeg voor een puntje. In totaal mocht de rijder tien keer voor het Italiaanse team racen. Zijn beste resultaat was een vierde plaats, behaald in zowel de GP van Brazilië 1973 als de race erna in Zuid-Afrika. Merzario bleef nog tot en met 1979 in de koningsklasse van de autosport actief zonder noemenswaardig succes. Na zijn F1-carrière zat Merzario allerminst stil, want ook na zijn zestigste racete hij nog. Ondertussen is de man uit Lombardije gestopt als coureur.

Ignazio Giunti

Ignazio Giunti reed in 1970 vier races voor Ferrari

Ignazio Giunti reed in 1970 vier races voor Ferrari

Foto door: David Phipps

In 1970 was de Italiaan Ignazio Giunti een veelgeprezen Ferrari-coureur in de sportscars. Zo won hij de 12 uur van Sebring en noteerde indrukwekkende resultaten in andere races. Als beloning mocht de toen 28-jarige coureur in een F1-auto stappen voor de Grand Prix van België. Giunti liet direct zien ook met dit materiaal goed overweg te kunnen, want hij werd verdienstelijk vierde. Drie races volgden dat jaar, zonder succes. In de planning voor het jaar erna stond ook dat hij F1-races zou gaan rijden, maar dat mocht niet zo zijn. In de 1000 kilometer van Buenos Aires van 1971 was Giunti op weg naar de zege, toen hij op de stilgevallen Matra-Simca van Jean-Pierre Beltoise knalde. Zijn Ferrari vloog in brand en Giunti stierf ter plekke. Hij werd 29 jaar.

Derek Bell

Derek Bell stapte in 1968 bij Ferrari in

Derek Bell stapte in 1968 bij Ferrari in

Foto door: David Phipps

56 jaar voor Bearman debuteerde een andere Brit voor Ferrari: Derek Bell deed dat in 1968, nota bene op Monza. Die eerste race verliep echter minder succesvol dan die van zijn landgenoot. Al in de vierde ronde ging de brandstofpomp van Bellls wagen stuk. Een paar races later mocht de rijder nog een poging wagen in de USGP en ook deze keer werd de finish niet gehaald. Dit keer begaf de Ferrari-motor het al na tien rondjes. Bell probeerde het nog veertien keer in F1, waarvan hij slechts twee keer de finish zag. Daarin scoorde hij een puntje. In Le Mans voelde Bell zich een stuk beter, want hij won vijf keer de 24 uur. Zijn naam staat daarom ook op de Le Mans Walk of Fame. Bell bleef tot op hoge leeftijd racen, in 2010 reed hij nog in de Volkswagen Scirocco R-Cup. Tot op de dag van vandaag is Bell vaak te vinden op speciale autosportevenementen.

Andrea de Adamich

Andrea de Adamich, Ferrari 312, uitgevallen.

Andrea de Adamich, Ferrari 312, uitgevallen.

Net als Derek Bell debuteerde ook Andrea de Adamich in 1968 in F1. De gebrilde coureur had zijn sporen verdiend in de sportscars en de toerwagens toen Ferrari hem belde voor een poging in de koningsklasse van de autosport. De Italiaan mocht tijdens de GP van Zuid-Afrika in de rode bolide stappen en was met een zevende tijd in de kwalificatie de beste Ferrari. Helaas voor De Adamich duurde de race niet lang. In ronde elf crashte hij en was het einde verhaal. 35 keer probeerde de coureur daarna nog om punten te scoren, hij werd twee keer vierde. Voor, na en tijdens zijn F1-carrière bleef hij zich bij Alfa Romeo toeleggen op de sportscars. Hij won in 1966 het Europees kampioenschap toerwagens namens de Italiaanse fabrikant. Tussen 1978 en 2012 was hij presentator van de F1-uitzendingen in Italië en tot voor kort was De Adamich de vice-president van de autosporttak van Alfa Romeo. 

Jonathan Williams, Ferrari

Jonathan Williams, Ferrari

Foto door: Motorsport Images

In de jaren 60 werd het racen in F1 vaak gecombineerd met racen in de sportscars. Zo ook door Jonathan Williams, die in 1967 bij Ferrari de kans kreeg om van de koningsklasse van de autosport te proeven. In de slotrace van het seizoen in Mexico mocht hij voor de roemruchte renstal Ferrari zijn debuut maken. Het was in de kwalificatie al duidelijk dat de F1-wagens hem minder lagen dan de sportscars, want op meer dan zeven seconden van polesitter Jim Clark werd hij slechts zestiende. In de race ging het nauwelijks beter, want het tempo van de toppers was niet te volgen voor hem. Als achtste kwam hij over de streep. Het was voor hem direct de laatste keer in F1. Hij bleef na zijn avontuur nog wel racen om in 1972 zijn helm aan de wilgen te hangen. Opvallend feitje, in de Le Mans-film van Steve McQueen zijn beelden gebruikt vanuit de auto van Williams tijdens de 24 uur van Le Mans uit 1970. In 2014 overleed Williams op 71-jarige leeftijd.

Ludovico Scarfiotti

Ludovico Scarfiotti debuteerde in 1963 op Zandvoort

Ludovico Scarfiotti debuteerde in 1963 op Zandvoort

Foto door: Motorsport Images

Eigenlijk was het idee dat Ludovico Scarfiotti tijdens de GP van België in 1963 zijn debuut zou maken, maar op het laatste moment werd zijn inschrijving ingetrokken. Een race later op het circuit van Zandvoort was het wel zijn beurt. De Italiaan pikte direct zijn eerste puntje mee, waarmee duidelijk was dat het talent aanwezig was. Heel veel F1-races reed hij echter niet. Zes keer stond hij voor Ferrari op de grid, met de Italiaanse GP van 1966 als absoluut hoogtepunt. Voor een kolkende massa won Scarfiotti de race, voor teamgenoot Mike Parkes. Parkes en Scarfiotti waren overigens goede vrienden, zo wonnen ze samen een jaar na de Grand Prix-zege van Scarfiotti in Monza de 24 uur van Le Mans. Tijdens een hillclimb in 1968 ging het echter goed mis voor de man uit Turijn. Bij een crash in de Duitse Alpen kwam hij om het leven. Scarfiotti werd 34 jaar oud.

Ricardo Rodriguez

Ricardo Rodriguez, Ferrari

Ricardo Rodriguez, Ferrari

Foto door: David Phipps

Noem de naam Ricardo Rodriguez in Mexico en veel mensen zullen hem kennen. Begin jaren 60 maakte de jonge coureur indruk op alles en iedereen en ook Enzo Ferrari was gecharmeerd van zijn kunsten. Voor de Italiaanse Grand Prix van 1961 kreeg Rodriguez zelfs een F1-stoeltje aangeboden en die kans greep hij met beide handen aan. De toen 19-jarige coureur maakte enorme indruk om direct P2 in de kwalificatie te pakken en in de race was hij een van de kanshebbers voor de zege. Na dertien rondjes spatte die droom uiteen, want de brandstofpomp brak en hij moest opgeven. Een jaar later mocht Rodriguez nog vier races rijden, met een vierde plek in België als hoogtepunt. Een grote carrière werd hem voorspeld, maar een ongeluk maakte daar een einde aan. In 1962 wilde de Mexicaan koste wat kost aan de non-kampioenschapsrace in zijn thuisland meedoen, maar Ferrari bood hem geen onderdak. Lotus deed dat wel. In de training ging het echter helemaal mis. Nadat de ophanging afbrak crashte hij hevig en daarbij kwam hij om het leven. Rodriguez werd slechts 20 jaar oud Het hele land was door het overlijden in rouw gedompeld. De nalatenschap is groot, zo is het Mexicaanse F1-circuit naar hem en zijn broer vernoemd.

 Willy Mairesse

Willy Mairesse tijdens zijn debuutrace in België

Willy Mairesse tijdens zijn debuutrace in België

Wat is er mooier dan in je thuisrace debuteren. Dat dacht Willy Mairesse in 1960 ook, toen hij voor Ferrari op de grid van het circuit van Spa-Francorhamps verscheen. De Belg was niet per se heel snel in de F1-auto, maar was een stabiele middenmoter. De race finishte hij echter niet nadat de transmissie er mee ophield. Later dat jaar mocht Mairesse nog twee keer opdraven en de laatste race was het succesvolst. In Italië maakte hij het Ferrari-feest compleet door de derde plaats binnen te slepen, achter teamgenoten Phil Hill en Richie Ginther. Mairesse voegde acht races aan zijn totaal voor Ferrari toe, met een vierde plek als beste resultaat. In 1965 won hij de GT3-klasse van de 24 uur van Le Mans. Een jaar later crashte de Waal hevig, waarna hij twee weken in coma lag. De verwondingen zorgden er ook voor dat zijn actieve raceloopbaan eindigde. Mairesse kon niet wennen aan het nieuwe leven en pleegde op 40-jarige leeftijd zelfmoord.

Richie Ginther

Richie Ginther, Ferrari Dino 246P

Richie Ginther, Ferrari Dino 246P

Foto door: Motorsport Images

Voor Richie Ginther was de vuurdoop in F1 zeker geen makkelijke: in de straten van Monaco werd hij in de Ferrari Dino 246P gezet. De Amerikaan was verre van snel, maar kwam wel als zesde in de klassering terecht. Het eerste puntje was een feit, al finishte hij dertig (!) ronden achter winnaar Stirling Moss. Dat jaar vierde Ginther nog een feestje mee op Monza, met de eerder genoemde Mairesse en Phil Hill. Hij werd daar tweede. Ginther werd uiteindelijk een beetje de Joop Zoetemelk van F1, want hij sprokkelde vooral tweede plekken. Hij werd in 1963 derde in het WK, achter wereldkampioen Jim Clark en Graham Hill. Twee jaar later won Ginther wel een race in Mexico en dat was heel bijzonder. De Californiër was namelijk de eerste coureur die het lukte om een Grand Prix te winnen in een Honda. In 1969 reed hij zijn laatste race, waarna hij zich terugtrok uit het publieke leven. Tijdens een familievakantie nabij Bordeaux in 1989 stierf Ginther aan een hartaanval. Hij werd 59 jaar oud.

Dan Gurney

Dan Gurney

Dan Gurney

Voor de Grand Prix van Frankrijk van 1959 kreeg Dan Gurney een grote kans. De Amerikaan mocht van Enzo Ferrari deelnemen in een Dino 246 F1. Zijn rijderskunsten waren Ferrari opgevallen en zodoende werd een lijntje gelegd. In Reims duurde de race maar negentien rondjes, want een kapotte radiateur gooide roet in het eten. Later dat jaar stond hij nog wel drie keer voor de Scuderia op het podium, waarna zijn tijd bij de Italianen erop zat. Gurneys F1-carrière was daarmee allerminst over. Tussen 1960 en 1970 stond hij alleen in 1969 niet op de grid en wist hij ook nog eens vier races te winnen. Met name zijn tijd bij Brabham was succesvol. Toch was de laatste overwinning misschien wel zijn mooiste, want die won Gurney met zijn eigen Anglo American Racers-team. Na zijn actieve carrière was hij tot zijn dood teameigenaar van All American Racers. Die renstal was goed voor meerdere overwinningen in de Indy 500 en andere Amerikaanse races. In 2018 stierf Gurney aan longontsteking. Hij werd 86 jaar.

Wolfgang von Trips

Wolfgang von Trips, de eerste Duitse coureur die de harten van de Ferrari-fans stal

Wolfgang von Trips, de eerste Duitse coureur die de harten van de Ferrari-fans stal

De naam Wolfgang von Trips doet vast bij menig lezer een belletje rinkelen. De goedlachse Duitser was een graaggeziene gast bij Ferrari, waar hij in 1956 voor in F1 mocht debuteren. Althans, dat was het idee, want na een crash in de training moest hij de race aan zich voorbij laten gaan. Een jaar later in Argentinië was dan toch echt het moment daar: racen in F1 voor Ferrari. Von Trips werd zesde, wat destijds nog geen punt opleverde. Punten kwamen er later wel in overvloed. In 27 starts pakte hij 56 punten, in die periode een enorm aantal. Het hadden er meer kunnen zijn, ware het niet dat Von Trips in 1961 op Monza om het leven kwam. Von Trips crashte tegen de Lotus van Jim Clark bij de start en reed in het publiek. De in Keulen geboren coureur kwam om het leven en met hem vijftien toeschouwers. Mocht Von Trips die race ‘gewoon’ gefinisht hebben, dan was de kans groot dat hij de eerste Duitse F1-kampioen zou zijn geworden. Wolfgang von Trips werd 33 jaar.

Alfonso de Portago

Alfonso de Portago, Ferrari D50.

Alfonso de Portago, Ferrari D50.

Foto door: Michael Tee / Motorsport Images

De naam van Alfonso de Portago is de afgelopen maanden ineens weer naar boven gekomen door de film Ferrari, waarin de Spanjaard – vertolkt door Gabriel Leone – een belangrijke rol speelt. De Portago was een groot talent toen hij in 1957 zijn sportscars werkzaamheden combineerde met wat F1-races. Zijn debuut vond tijdens de GP van Frankrijk in Reims plaats, maar de finishvlag zag de man van adel niet. De versnellingsbak van de Ferrari begaf het na twintig rondjes. Een race later in Silverstone stond de flamboyante coureur wel op het podium. Tweede werd hij, samen met Peter Collins. Vier races volgden, met nog een vijfde plek in Argentinië als hoogtepunt. Daarna kwam er een fataal moment tijdens de Mille Miglia. Op zo’n dertig kilometer van finishplaats Brescia klapte een band van zijn Ferrari en crashte hij hevig. De Portago kwam in het publiek terecht en negen omstanders – waaronder vijf kinderen – kwamen om het leven. De Portago en zijn co-piloot Edmund Nelson stierven ook ter plekke. Alfonso de Portago werd 29 jaar oud.

Umberto Maglioli

Umberto Maglioli reed in 1953 zijn eerste F1-race

Umberto Maglioli reed in 1953 zijn eerste F1-race

Foto door: Michael Tee / Motorsport Images

Voor Umberto Maglioli kwam de vraag om in 1953 in Monza voor Ferrari uit te komen niet als een verrassing. Dat jaar stond er geen maat op hem in de sportscars. Zo won hij de Targa Florio voor Lancia en de 12 uur van Pescara in een Ferrari. F1 bleek andere koek, want in zijn debuut kwam hij niet verder dan een achtste stek. Vijf keer stond hij nog namens Ferrari aan de start van een F1-race, met twee derde plaatsen als hoogtepunt. De eerste van die twee was op Monza, dus dat was een groot feest voor de Noord-Italiaanse coureur. In 1956 stapte Maglioli over naar Porsche in de sportscars en reed een jaar later namens de Duitsers nog één F1-race. Tijdens een hillclimb dat jaar crashte hij hevig waarbij nog even gevreesd werd dat hij nooit meer kon lopen, maar die vrees was ongegrond. In 1964 won Maglioli de 24 uur van Daytona voor Ferrari, vier jaar later sloeg hij voor de derde keer toe in de Targa Florio die hij won in een Porsche. In 1970 stopte hij met racen. 29 jaar later stierf Maglioli, op een steenworp afstand van zijn geliefde Monza-circuit. Hij werd 70 jaar oud.

Dorino Serafini

Dorino Serafini, Ferrari 375.

Dorino Serafini, Ferrari 375.

Foto door: Michael Tee / Motorsport Images

De eerste liefde van Dorino Serafini was niet de autosport. De Italiaan was voor de Tweede Wereldoorlog een grote naam op de tweewielers en won in 1939 nog het Europees kampioenschap 500cc op een Gilera. Toen eenmaal de oorlog achter de rug was koos hij voor de auto’s. Tijdens de Italiaanse GP van het debuutjaar van F1 in 1950 mocht hij voor Ferrari racen, op Monza. Serafini werd direct tweede, al moest hij de auto delen met de grote Alberto Ascari. Het was zijn enige F1-race. In de Mille Miglia dat jaar maakte hij furore door tweede te worden, een jaar later kroop hij in dezelfde race door het oog van de naald. Na een crash moest hij meerdere keren geopereerd worden en wachtte een lang revalidatieproces. In 1954 reed hij de Mille Miglia, zonder al te veel succes. In 2000 stierf Serafini in Pesaro. Hij werd 90 jaar.

Alberto Ascari

Alberto Ascari, Ferrari 125

Alberto Ascari, Ferrari 125

Foto door: Motorsport Images

De Italiaanse autosportfan kent de naam Alberto Ascari maar al te goed. De coureur is immers de eerste die erin slaagde om met Ferrari wereldkampioen te worden. Dat was in 1950 tijdens de GP van Monaco nog helemaal niet zo in zicht. Toch imponeerde de toen 32-jarige coureur wel, want achter de oppermachtige en legendarische Juan-Manuel Fangio werd hij tweede in het prinsdom. Twee jaar na zijn debuut was het grote moment daar. Ascari kroonde zich in 1952 en 1953 tot wereldkampioen. Het waren zijn laatste mooie F1-momenten, want daarna ging het snel bergafwaarts. Geen overwinning werd er meer gescoord en dat deed zeer. In 1955 wilde Ascari aan de Monza 1000km mee doen samen met zijn vriend Eugenio Castelotti en op dat circuit werd er getest. Het idee was dat Ascari vooral toe zou kijken, maar het bloed kruipt waar het niet gaan kon en hij stapte achter het stuur. Na drie vliegende rondjes kwam Ascari met de Ferrari in een slip terecht, vloog een paar keer over de kop en werd uit de auto gegooid. De tweevoudig wereldkampioen overleefde de verwondingen niet en stierf ter plekke. Hij werd slechts 36 jaar. 

Raymond Sommer

Raymond Sommer, Ferrari 125

Raymond Sommer, Ferrari 125

Foto door: Motorsport Images

Net als Ascari debuteerde de Fransman Raymond Sommer in 1950 tijdens de GP van Monaco. Sommer was al 43 en reed een verdienstelijke race. Hij werd vierde door de straten van het prinsdom. Dat de coureur talent had, had hij voor de Tweede Wereldoorlog met twee zeges in de 24 uur van Le Mans al bewezen, dus dat Ferrari hem een kans gaf was niet gek gedacht. Nog vier keer stond hij in 1950 aan de start van een F1-race, maar finishen deed hij niet. Tijdens een race op het circuit van Cardours ging het dat jaar enorm mis. Sommer crashte hevig en zijn auto belandde op z’n kop. De Fransman had alleen een canvas-helm op, wat hem onvoldoende bescherming bood. Hij stierf direct aan zijn verwondingen. Raymond Sommer werd 44 jaar.

Luigi Villoresi

Luigi Villoresi, Ferrari 125

Luigi Villoresi, Ferrari 125

Foto door: Motorsport Images

Ook Luigi Villoresi mocht in Monaco debuteren. In tegenstelling tot Ascari en Sommer finishte hij niet. De achteras van zijn Ferrari brak in het zicht van de haven en dat zorgde ervoor dat Villoresi moest opgeven. In totaal reed de Italiaan drie jaar voor Ferrari en stond in die periode acht keer op het podium. Winnen zat er echter geen enkele keer in. Ook pogingen met Lancia en Maserati hielpen hem niet aan een F1-zege, waarna hij in 1957 overstapte op rallyrijden. Dat hield Villoresi twee jaar vol, waarna hij zich terugtrok uit het publieke leven. In 1997 stierf Luigi Villoresi in Modena. Hij werd 88 jaar.

First appeared at nl.motorsport.com

Continue Reading
Click to comment

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *