Analyse
Analyse: Een verborgen reden waarom teams tegen F1-sprint in Baku zijn
Het Baku City Circuit dient als decor voor de eerste van zes sprintraces in het Formule 1-seizoen 2023. Het stratencircuit is in de voorbije jaren bijna garant gaan staan voor spektakel en chaos, en dus lijkt het vanuit entertainmentoogpunt niet geen gekke gedachte om juist hier een sprintrace te organiseren. De introductie van de sprints draait immers allemaal om spektakel en in het kielzog daarvan commercie. Toch zijn teams minder happig op de keuze voor Baku. Zo was Christian Horner het meest uitgesproken toen dit in Melbourne ter sprake kwam, maar bleken zijn collega’s eveneens kritisch. Het heeft drie redenen, waarvan er tot dusver eentje onderbelicht is gebleven.
Waarom teams het nieuwe format zo graag voor Baku willen
De eerste twee redenen liggen voor de hand. Om te beginnen zijn teams bang voor schadekosten door crashes. Een gekke gedachte is dat natuurlijk niet, aangezien Baku om verschillende redenen chaos in de hand werkt (waarover later meer in een losse analyse). F1 heeft die angst enigszins weg proberen te nemen door de toegestane uitgaven voor iedere sprintrace te verhogen, maar dat volstaat niet bij een zware klap. Bij een stevige crash zal de schade in de papieren lopen en ten koste gaan van het ontwikkelingsbudget, waar Guenther Steiner over mee kan praten. Voor F1-teams die doorgaans planmatig werken en een ontwikkelingspad hebben uitgestippeld, zijn deze variabelen ingewikkeld. Een sprintrace brengt altijd risico met zich mee, maar het gevaar is in Azerbeidzjan net even groter. Horner zei derhalve: “Eén race in Baku is wat mij betreft meer dan genoeg…”
Een tweede factor waar in de voorbije weken veel aandacht voor is geweest, is het format van het sprintweekend. De Formule 1 denkt zoals bekend aan een manier om het sprintformat aan te passen, met een extra kwalificatie op zaterdagochtend, op het moment dat in normale raceweekenden de derde vrije training wordt verreden. Op die manier wordt de zaterdag een losstaande sprintdag en bepaalt de sprintrace niet langer de startopstelling voor zondag. Dat laatste is voor teams cruciaal en verklaart ook meteen waarom teams er voor Baku al zo graag werk van willen maken. In het nieuwe format zal de vrijdagse kwalificatie de startopstelling voor de hoofdrace bepalen, waardoor een uitvalbeurt in de sprint niet langer achteraan starten op zondag betekent. Het risico op een misser in de hoofdrace – waarin natuurlijk de meeste punten worden verdeeld – wordt zo een stuk kleiner. Het is juist voor een circuit als Baku een geruststellendere gedachte voor de topteams.
De lastige legpuzzel met reserveonderdelen en het budgetplafond
Toch is er één factor in dit geheel onbelicht gebleven. Er is namelijk nog een derde reden waarom teams niet staan te springen om een sprintrace door de straten van Baku. Het hangt samen met het eerstgenoemde aspect, maar is complexer: de planning van het aantal reserveonderdelen. Teams moeten met de reserveonderdelen logischerwijs voorbereid zijn op schade, maar volgens Jody Egginton – technisch directeur bij AlphaTauri – maakt een sprintrace de legpuzzel veel lastiger, vooral doordat er ver van tevoren moet worden gepland. Teams kunnen uit voorzorg natuurlijk extra onderdelen meenemen, maar de productie daarvan valt onder het budgetplafond. Er moet met andere woorden spaarzaam mee worden omgegaan. Daar komt bij dat teams nu volop in de doorontwikkeling zitten en in hoog tempo aan nieuwe specificaties van onderdelen werken. Een reserveonderdeel van een oudere specificatie die uiteindelijk nooit wordt gebruikt, is dus kostbaar.
“We hebben het budgetplafond bij deze afwegingen enorm in het achterhoofd zitten. Het laatste wat we willen, is dat er uiteindelijk onderdelen op de plank blijven liggen die we nooit gebruiken, omdat ze na verloop van tijd verouderd zijn”, duidt Egginton ook op de doorontwikkeling. Het maakt de planning lastig: hoeveel reserveonderdelen maak je extra van de bestaande specificatie om goed te zitten voor Baku en nadien meteen weer een stratencircuit in Miami? “Het is complex voor teams en er schuilt altijd een risico in, welke keuze je ook maakt. Vroeger zorgden we er bijvoorbeeld voor dat we genoeg onderdelen hadden voor Monaco, omdat je nooit wist wat daar kon gebeuren. Daar hield je op voorhand al rekening mee. Maar nu zitten we met het budgetplafond en kan dat niet zomaar. Het is het een soort kosten-batenanalyse. Hoeveel risico ben je bereid te nemen?”
Het is met name voor een team als AlphaTauri een belangrijke vraag. De formatie van Franz Tost staat momenteel niet waar het wil staan en moet flink aan de bak om rondetijd te vinden. Updates zijn nodig en die constatering speelt op twee manieren een rol in deze afweging. Allereerst moet zoveel mogelijk van het budget naar de doorontwikkeling gaan en ten twee kunnen onderdelen al rap achterhaald zijn als AlphaTauri daadwerkelijk in hoog tempo met updates gaat strooien. Nu is het natuurlijk niet voor iedere component een ramp om terug te grijpen naar een oudere specificatie als reserveonderdeel, maar doet Egginton het voor bepaalde delen liever niet. “We willen onze vloer bijvoorbeeld verschillende keren in dit seizoen doorontwikkelen. Daardoor kunnen we het onszelf niet veroorloven om te veel exemplaren van een oudere specificatie te maken. Nogmaals: je wilt gewoon niet dat er dingen op de plank blijven liggen. Tegelijkertijd wil je wel genoeg hebben om op terug te vallen als je schade rijdt of als één van de updates niet blijkt te werken. Het is dus een soort van jongleren geworden in de Formule 1.”
Al deze factoren tezamen verklaren waarom sprintraces in z’n algemeenheid, maar zeker een sprintrace in Baku kopzorgen met zich meebrengen voor teams, en vooral voor mensen die verantwoordelijk zijn voor de planning. De koningsklasse is voor een deel boekhouden geworden en juist dat maakt het doorhakken van de juiste knopen nog net iets moeilijker dan voorheen…
First appeared at nl.motorsport.com