Analyse
Waarom Haas F1 zich nergens meer achter kan verstoppen in 2023
Het Formule 1-seizoen 2023 wordt het achtste jaar in de koningsklasse voor Haas F1 Team, dat nog altijd het jongste team op de grid is. Het gevoel bij aanvang van het nieuwe seizoen zal positief zijn, nadat het team in 2022 de weg omhoog weer heeft gevonden. Nadat de Amerikaanse formatie in de eerste jaren na het debuut in 2016 competitief was en zeer regelmatig punten sprokkelde, ging het vanaf 2019 bergafwaarts. In 2020 scoorden Kevin Magnussen en Romain Grosjean slechts sporadisch punten, waarna Haas afscheid nam van beide coureurs. Met debutanten Nikita Mazepin en Mick Schumacher achter het stuur en de ontwikkelingsfocus volledig op 2022 gericht werd 2021 een echt overgangsjaar, waarin geen enkel punt werd gescoord.
De keuze om alles op 2022 in te zetten betaalde zich uiteindelijk uit voor Haas, maar niet nadat er nog voor de seizoensstart het nodige was gebeurd. De Russische invasie in Oekraïne betekende het einde voor Mazepin en titelsponsor Uralkali, die in 2021 in het kielzog van de Rus naar het team was gekomen. Met alleen de wintertest in Bahrein voor de boeg moest men schakelen en werd Magnussen als verloren zoon teruggehaald. Dat bleek een uitstekende zet van Haas, want ondanks relatief weinig testkilometers eindigde de Deen bij de openingsrace in Bahrein knap als vijfde. Het bleek de opmaat naar een solide verbetering voor Haas ten opzichte van 2021, want in totaal werden er 37 punten gescoord en werd het seizoen afgesloten op de achtste plek bij de constructeurs – het beste resultaat sinds de vijfde plaats in 2018. Ook behaalde Magnussen in Brazilië de eerste F1-pole ooit van het team.
Toch is er voor Haas F1 nog voldoende ruimte voor verbetering met het oog op 2023. Zo liet de ontwikkelingssnelheid van de renstal wat te wensen over, met als gevolg dat 34 van de 37 punten al in de eerste seizoenshelft werden gescoord. En hoewel er weinig was aan te merken op de verrichtingen van Magnussen in 2022, was dat bij teamgenoot Schumacher wel anders. Hij wist Mazepin in 2021 nog overtuigend te verslaan, maar het lukte hem over de gehele linie niet om zijn nieuwe teamgenoot te verslaan. Daarnaast zorgde de jonge Duitser met zware crashes in onder meer Saudi-Arabië en Monaco voor een flinke kostenpost waar Haas niet op zat te wachten. Die incidenten lijken hem ook de das om te hebben gedaan, want Schumacher keert in 2023 niet terug bij het team dat graag de volgende stap wil zetten.
Ervaren coureurs moeten stap omhoog mogelijk maken
Die stap wil Haas in 2023 gaan zetten met een rijdersduo dat over veel meer ervaring beschikt dan het duo van vorig jaar. Magnussen is opnieuw van de partij en begint aan zijn achtste volledige seizoen in de Formule 1. Het wordt zijn zesde seizoen in dienst van het Amerikaanse team, dat hij inmiddels dus door en door kent. De afgelopen jaren is hij een solide kracht gebleken die punten kan sprokkelen op het moment dat de mogelijkheid er is en dat is precies wat Haas F1 nodig heeft. In die zin is het dan ook logisch dat het team Schumacher aan de kant heeft gezet en Nico Hülkenberg heeft aangetrokken als zijn vervanger. De Duitser was voor zijn tijd in F1 een veelwinnaar, maar in de koningsklasse heeft hij nog nooit op het podium gestaan. Wel beschikt hij over een schat aan ervaring bij teams in de middenmoot en heeft hij bewezen consistent punten te kunnen scoren.
Tekst gaat verder onder de foto
Nico Hülkenberg stapte tijdens de bandentest in Abu Dhabi voor het eerst in bij nieuwe werkgever Haas F1.
Foto: Carl Bingham / Motorsport Images
Daar waar Schumacher aan zijn derde F1-seizoen zou beginnen als hij had mogen aanblijven, heeft Hülkenberg al negen volledige seizoenen achter de rug en loopt hij sinds 2010 mee in de sport. En hoewel de coureur uit Emmerik in 2019 voor het laatst een heel seizoen reed, is zijn ervaring precies was Haas nodig heeft. “Als je naar zijn carrière kijkt, reed hij altijd in teams in de middenmoot en altijd hebben die teams een stap voorwaarts gezet. Ik denk dat hij precies weet wat gedaan moet worden om het team beter te maken. Die ervaring willen wij gebruiken om ons team beter te maken, zodat we richting het front van de middenmoot gaan. Dat is onze volgende doelstelling”, zei teambaas Guenther Steiner daar in eerder stadium al over.
Financiële boost komt ten goede aan ontwikkeling auto
Om die doelstelling te behalen, kan Haas F1 in 2023 niet alleen beschikken over een meer ervaren rijdersduo. Wat daar ook bij gaat helpen, is de financiële injectie die het team heeft veiliggesteld. Na mislukte avonturen met titelsponsors Rich Energy en Uralkali heeft men in MoneyGram een nieuwe partner gevonden. Zodoende ziet de financiële situatie van het team er ineens een stuk rooskleuriger uit, want de extra sponsorinkomsten brengen het team in de buurt van het budgetplafond. Die zorgde er al voor dat het speelveld voor de teams gelijker werd gemaakt, maar de komst van MoneyGram brengt Haas in de positie om qua uitgaven ook echt in de buurt van het budgetplafond te komen.
De komst van MoneyGram maakt de financiële positie van Haas F1 dus sterker en dat beseft men binnen het team ook. “Ik denk dat dit ons in een erg goede positie zet”, erkent Steiner. De markante Italiaan vindt echter ook dat zijn team er financieel gezien in de eerste jaren ook prima voor stond, maar dat er toen één belangrijke factor ontbrak. “Toen was er alleen nog geen budgetplafond, dus toen gaf je nog vele malen minder uit dan de andere teams. Nu zijn we op financieel gebied zeer competitief. Niet eens competitief, maar zelfs gelijk.”
Daarbij komt nog dat Haas op technisch vlak nog altijd samenwerkt met Ferrari. Sinds de entree in 2016 neemt het Amerikaanse team voor zover mogelijk onderdelen af van de Scuderia en dat blijft zo in 2023. Daardoor heeft de formatie de gelegenheid om de extra financiële ruimte zo goed als volledig in te zetten op de ontwikkeling van de auto. “Alles wat we momenteel hebben, gaat daar naartoe. Daarbuiten hebben we niks waar we ons geld aan willen uitgeven”, aldus Steiner, die weet dat Haas meer problemen tegen kan komen als ze ook de bij Ferrari ingekochte onderdelen zelf willen gaan maken. “We willen de manier van werken zoals we die kennen nu vasthouden. Als zich later misschien de mogelijkheid voordoet om het zelf te doen, dan kunnen we dat aanpassen. Maar als we nu te veel in één keer gaan doen, dan vallen we om.”
In principe heeft Haas F1 daarmee alles in huis om de volgende stap te zetten richting de voorkant van de middenmoot. Er is een solide basis vanuit 2022 en twee betrouwbare en ervaren coureurs die hebben bewezen regelmatig punten te kunnen scoren. Financieel gezien is er met dank aan MoneyGram een nieuwe stap gezet en door de band met Ferrari kunnen zowel de aandacht als de middelen volledig naar de ontwikkeling van de auto gaan. De keerzijde van de medaille is dat Haas op papier niets meer heeft om zich achter te verschuilen bij tegenvallende prestaties, al kunnen er in de loop van het seizoen natuurlijk verzachtende omstandigheden voordoen. Maar de laatste die daarop zullen hopen, zijn ongetwijfeld de dames en heren van Haas F1 Team.
First appeared at nl.motorsport.com