Teams
Zo beleeft een marshal het
Van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat zijn ze aanwezig op de circuits: de marshals. Ook tijdens de Formule 1-race Zandvoort waren deze essentiële mannen en vrouwen van de partij om alle races een stuk veiliger te maken. Voor Motorsport.com het ideale moment om er een te spreken. Heleen Monnickendam was het hele Formule 1-weekend op het circuit te vinden, al begon voor haar het al een week eerder.
“Voor de marshals begint het eigenlijk al op zondag, omdat we dan onze spullen, tenten en caravans al op de crewcamping klaarzetten. Daarna gaat de boel dicht”, vertelt ze over de aanloop naar het grootste autosportevenement van Nederland. “Alleen op woensdag kun je er dan nog opkomen, want daarna gaat een groot deel van Zandvoort sowieso helemaal op slot. De voorpret begint dus eigenlijk al op zondag, want dan ben je je spullen aan het pakken en zie je elkaar weer.”
Het is een mooi moment voor Monnickendam als ze de camping oprijdt en ziet hoe het circuit een paar dagen voor de Grand Prix er bij ligt. “Dan is al het hele terrein bijna opgebouwd. Natuurlijk zijn de Formule 1-teams en wagens enzovoort er nog niet, maar eigenlijk alle facility voorzieningen staan dan al. De tribunes staan er, dus je ziet het hele complex in wording”, vervolgt ze. De kriebels zijn dan ook direct aanwezig als ze woensdag richting de camping rijdt. “Je krijgt het gevoel alsof je op een schoolreisje gaat. Je voelt het dan borrelen en gaat aftellen tot het moment dat je met de bus vanuit Beverwijk vertrekt. Vanaf daar reizen we naar de diverse locaties waar onze tenten staan.”
De vier dagen dat ze echt op het circuit is geweest, zijn erg lang geweest. Niet alleen zijn er Formule 1-sessies, maar ook F1 Academy en de Porsche Supercup waren te zien. Genoeg te doen dus voor Monnickendam en haar collega’s. “Het voelde dan ook alsof ik een maand ben weggeweest, terwijl het maar vier dagen waren”, lacht ze. “Je zit in een bubbel, in een soort rollercoaster, en elke dag werk je meer toe naar de race.”
Spanning voor de racedag
Wanneer het zondag is, dan merkt ze dat iedereen toch wat gespannener is dan in de rest van het weekend. “De mensen die roken die roken meer, en de winegums zijn wel ineens heel snel op. Dan komt de gezonde spanning”, vertelt ze met een glimlach. “En dan als de race er is, dan sta je strak in actie. Er mag dan niks misgaan, dus twee minuten voor de start zorg je dat alles in de tas zit. Je wil niet dat je de post bent waar een blikje of een plasticje de baan op vliegt. Met dat soort dingen ben je dan bezig. Verder luister je naar de porto naar wat racecontrol te zeggen heeft. We deden ook een beetje crowd control. We keken of er geen gekke dingen in het publiek gebeurden, dat niemand loopt waar ze niet mogen komen enzovoort. Daar ben je dan de laatste minuten voor de start mee bezig.”
Op het moment dat de race van start gaat, dan gaat de focus op alles wat er op de baan gebeurt. “Je bent dan gewoon 72 rondjes aan het focussen op de baan. Je kijkt of er geen incidenten of overtredingen zijn”, vertelt Monnickendam. Als er overtredingen zijn, dan melden de portofoon aan racecontrol. De wedstrijdleiders gaan dan kijken wat er is gebeurd. “Dat is standaard werk van de marshal. En je staat dan om en om bij de vlag. We hoeven dan alleen fysiek een gele vlag of rode vlagte zwaaien, de rest gaat via het light panel. We staan dan 72 rondjes op scherp.”
Marshals doen van alles tijdens een GP-weekend
Foto door: Simon Galloway / Motorsport Images
Vorig jaar stond Monnickendam op een ander plekje, namelijk vlakbij de Hugenholtz. “In die bocht werden track limits uitgedeeld. Dan sta je de hele race dat te controleren en te bekijken. Maar in de Formule 1 gaat dat niet zo makkelijk, die gaan zo snel! Dat is echt anders dan andere races, voor je het weet zijn ze weer weg”, vertelt ze. “Dit jaar hadden we het geluk dat we schermen voor ons hadden, dus konden we de race nog volgen. Op het moment dat er geen auto’s waren konden we daar even kijken.”
Monnickendam was met zes andere marshals geposteerd in de Arie Luyendyk-bocht. Ieder had het hele weekend zijn of haar eigen taak. “Er was een light panel-marshal, twee flag marshals waarvan ik er een was, postleider, een fire marshal en een intervention marshal, voor als er wat gebeurt en er snel iemand moet zijn”, vertelt ze. De andere flag marshal kwam uit Frankrijk en nodigde haar uit om daar eens te gaan vlaggen. “Zij kwam van Paul Ricard en zei dat ik daar avec plaisir een keer mag komen vlaggen. Daar is het natuurlijk veel beter weer!”
Regen, regen, regen
Over het weer gesproken, dat zat op vrijdag en zaterdag niet helemaal mee. “Ja, dat is Zandvoort hè”, vertelt Monnickendam. “Dat hoort ook bij Zandvoort. Mensen denken altijd dat het romantisch is om marshal te zijn. Ja, het is flitsend en je staat met je neus er bovenop en je ziet veel, zoals de coureurs, maar dit weer hebben we heel vaak in Zandvoort. Het is aan zee, dus dan krijg je dat. Soms giet het zelfs aan de ene kant van het circuit en is er stralende zon aan de andere kant. Vaak met harde wind, en als het dan regent, dan regent het hard.”
Voor de marshals is het dan een kwestie van een beetje droog blijven, anders wordt het een minder leuke dag. “We nemen alles in trolleys in tweevoud mee. Sowieso een regenpak en een extra regenpak, maar ook twee paar droge sokken en droge handschoenen. Je zag het dit jaar bij onze post, de regen gutste overal langs”, aldus Monnickendam. “Dan klim je ook nog even op de post en trek je er een extra zeil over. Zo zorg je dat je droog staat. Anders verkleum je en dan is het niet meer een hobby.”
Marshals moeten heel wat mee naar het circuit
Want dat is een misverstand dat even de wereld uit geholpen moet worden: marshals krijgen niet betaald. “Het zijn allemaal vrijwilligers. We doen het allemaal uit liefde, maar soms zijn we ook knettergek. We moeten soms op bizarre tijden het bed uit en staan lange dagen naast de baan”, vertelt ze. In de watten gelegd worden is dan ook zeker niet het geval. “Het is wel heel leuk, want de OCA [de marshalorganisatie in Zandvoort] is een soort familie. Je krijgt wel maaltijden aangeboden. Als je een heel weekend er bent krijg je ontbijt, lunch en avondeten. Dat is het. Je krijg ook wel kleding, maar een regenpak koop je zelf. Je mag daar alleen niet de baan mee op bij incidenten met vuur, want dat is niet brandwerend. De brandwerende kleding krijg je van OCA in bruikleen, dat zijn die fluo-pakken. Sommige kopen er ook zelf een, want daar kan je dan patches op naaien van waar je bent geweest.”
Aanmelden en gaan
Monnickendam kwam eigenlijk bij toeval in het wereldje van terecht. Ze was een keer met haar zoon op Zandvoort en zag daar een advertentie staan. “Ze hadden toen een clinic waar hij mocht meerijden in een Porsche en daarna even zelf mocht rijden. Hij was toen op zo’n leeftijd dat het een leuk verjaardagscadeau was. Toen stond er een bord waarop stond: Wil je marshal worden? Ik dacht eerst, dat is alleen voor pro’s, maar op de site stond dat ze erg geïnteresseerd waren in nieuwe mensen. Ik had wat ingevuld en ik denk dat ik een minuut later een bericht terugkreeg”, herinnert ze nog. “Dat ging heel snel, maar dat was nog voor de tijd van de Dutch GP. Ze zeiden dat ze heel graag vrouwelijke marshals wilden hebben en ze hadden direct goed nieuws voor me. Dat weekend was het introductie-weekend wat ze twee keer in het jaar doen. Dat kwam toevallig goed uit met mijn werk en ik zei toen: ja, waarom niet!”
In twee dagen werd ze klaargestoomd voor het echte werk. “Je leert dan alles van wat dit werk inhoudt. Je krijgt uitleg over de taken als marshal, veiligheidsinstructies en je gaat een halve dag naast de baan vlaggen en een halve dag in de pitstraat aan het werk”, vertelt Monnickendam. En dit was haar derde Dutch GP, de tweede miste ze vanwege covid. “Ik merk dat alles nu vanuit racecontrol en vanuit de marshalvereniging een stuk gestroomlijnder loopt. Iedereen weet nu een beetje hoe alles werkt. De draaiboeken zijn aangepast en je merkt dat iedereen wat minder nerveus werkt.”
Zou ze het andere mensen ook aanraden om de stap te zetten en zich aan te melden marshal te worden? “Jazeker, maar ze moeten niet alleen denken dat het glamour is”, vertelt ze daar wel bij. “Het is vroeg op en veel zandhappen, want dat hoort er in Zandvoort wel bij. Je moet wel taai zijn. Daartegenover staat wel dat je op een plek staat waar niemand anders komt. Je ziet echt dingen gebeuren en je zit er middenin. En de OCA is heel leuk, echt familiair. Er zijn mensen die bijna elk weekend vlaggen en die komen overal. We helpen elkaar ook, het is echt sociaal. Dat begint op de post. De ene heeft zo’n zeiltje, de andere een extra regenpak. En ‘s avonds op de camping is het ook gezellig. We praten dan nog even na. Niet alleen over wat er op het circuit gebeurde, maar ook privé. Maar het is géén glamourjob.”
Naast Zandvoort kan ze ook elders ingezet worden, maar daar moet ze wel zelf naar op zoek. Op haar agenda staat nu de Historic Grand Prix op Paul Ricard in de agenda voor april 2025. “Ik wilde dit jaar ook naar Zolder en Francorchamps, maar net tijdens die GP [van België] had mijn partner een vakantie als verjaardagscadeau geboekt”, lacht ze. “Ik wil volgend jaar daar graag heen en ook wel naar Abu Dhabi. Als ik daar mag vlaggen, dan kan ik wat afvinken van mijn bucketlist!”
Wil jij ook marshal worden in Zandvoort? Meld je dan aan via hun website! De OCA staat altijd te springen om nieuwe mensen, dus grijp je kans en maak de racerij in Nederland mede mogelijk!
First appeared at nl.motorsport.com