Connect with us

Teams

Is het WEC een goed alternatief voor coureurs die F1 niet bereiken?

Avatar

Published

on

Wie de Formule 1 wil bereiken, moet hopen dat een van de tien teams een plaats biedt. F2-kampioenen als Felipe Drugovich en Théo Pourchaire hoopten met hun titels een plek in F1 af te dwingen, maar de deur bleef gesloten. Ook Nyck de Vries, F2-kampioen van 2019, moest enkele jaren wachten om zijn Formule 1-debuut te maken, om vervolgens terug te keren in de langeafstandsracerij. Oscar Piastri kwam ook niet direct aan de beurt in de Formule 1. Kortom, het is voor de jonge talenten geen garantie dat een F2-titel een F1-zitje oplevert.

Voor die coureurs zijn er nog wel enkele alternatieven om die droom op de Formule 1 in leven te houden. Een coureur die zich aan het World Endurance Championship heeft gewaagd om op die manier de connecties met de autosport te houden, is Mick Schumacher. Na zijn twee seizoenen bij Haas F1 stapte hij over naar Mercedes, waar hij sinds 2023 de test- en reservecoureur is. Dit jaar voegde hij daar een avontuur in het WEC aan toe, als coureur voor het Alpine Endurance-team.

In gesprek met Motorsport.com maakte Schumacher eerder dit jaar al duidelijk dat het WEC een van zijn weinige opties was om nog actief te kunnen blijven in de autosport en relevant te blijven in de Formule 1. “Voor mij was het meer een keuze op basis gebaseerd op de mogelijkheid om mijn baantje als Formule 1-reserve en daarmee die connecties met F1-teams te behouden”, legde hij uit. “Het was destijds een grote focus om aanwezig te zijn bij F1-evenementen.” Door de competitie in het WEC, dat nu een gouden tijdperk geniet met fabrikanten als BMW, Cadillac, Ferrari, Porsche, Peugeot en Toyota, rijst dan wel de vraag of het WEC niet ook als hoofddoel gezien kan – of moet – worden. In het geval van Schumacher leek dat niet zo: “Ik zal er aan denken wanneer het daar tijd voor is”, aldus de Alpine-coureur, die zich nog niet wilde binden aan een langer verblijf in de langeafstandsracerij.

Goed niveau

Het WEC kent door de toename in fabrikanten ook een enorme groei in grote namen. Veel oud-F1-coureurs maken nu deel uit van het langeafstandskampioenschap: Jenson Button, Antonio Giovinazzi, De Vries, Kamui Kobayashi, Brendon Hartley, Robert Kubica, Sébastien Buemi, Will Stevens, Stoffel Vandoorne – en ga zo maar door. Naast de F1-coureurs zijn er ook al veel gevestigde namen uit GT-kampioenschappen te vinden, evenals de WEC-experts. Door het grote veld en de Balance of Performance – bedoeld om de auto’s ondanks de verschillende karakteristieken op gelijkwaardig niveau te laten presteren – lijkt het WEC op papier net zo competitief, al dan niet competitiever dan de Formule 1.  

Als teamdirecteur van Toyota heeft Rob Leupen veel ervaring met oud-Formule 1-coureurs in het WEC. Ook nu nog, aangezien Kobayashi, De Vries, Buemi en Hartley voor zijn team rijden. Of hij het WEC als een goed alternatief ziet voor de Formule 1? “Dat is een moeilijke vraag”, zegt Leupen in een interview met Motorsport.com. “Wij hebben nogal wat mensen die F1-ervaring hebben. We hebben Fernando Alonso gehad. Dat hij na ons nog zo succesvol bij Aston Martin zou gaan rijden, had ik niet verwacht. Dat vind ik prachtig.”

Leupen haalt Alonso aan als voorbeeld dat een coureur ook na het WEC naar de Formule 1 kan gaan, al weet hij ook dat de Spanjaard genoeg ervaring en succes had behaald in F1 om terug te kunnen keren. “Fernando is een hele bijzondere coureur – positief gezien”, legt hij uit. “Die stapt eruit en bij ons erin. Hij was gigantisch nerveus, maar heeft in 2018 een prachtige Le Mans gereden. In 2019 stapte hij uit en ging hij [in 2021] naar Alpine. En daar rijdt hij gewoon weer voorin mee. Dat is bewonderenswaardig. Dus wat dat betreft, denk ik dat we op een goed niveau zitten.”

Fernando Alonso kende een succesvolle periode als Toyota-coureur in WEC.

Foto door: JEP / Motorsport Images

Andere dimensie

Leupen stelt dat coureurs dus carrière kunnen maken in het WEC. Daarnaast ziet de teamdirecteur nog enkele positieve zaken ten opzichte van de Formule 1. “Als je een goede coureur bent, dan hoef je geen geld mee te nemen in het WEC. Dan krijg je geld”, vervolgt hij. “Als je in de Formule 1 een goede coureur bent, dan moet je misschien een heleboel geld meenemen. Je moet uitzonderlijk zijn als je goed betaald krijgt. Ja, we zijn competitief. Het wordt steeds interessanter [voor coureurs] en wij kunnen nogal wat doen. Want als wij twintig auto’s hebben, dan hebben we zestig coureurs”, doelt hij op het feit dat het in WEC gebruikelijk is om per auto drie coureurs in te zetten. “Het is een iets andere dimensie [dan F1].”

Het WEC biedt coureurs een competitieve omgeving, maar wel een die voor de coureurs uitdagend kan zijn. Niet zozeer alleen door het niveau, maar ook door de aard van de langeafstandsracerij. “Je hebt natuurlijk wel deeltijd”, merkt Leupen op. “Maar je rijdt altijd langer dan in de Formule 1. Altijd minimaal twee uur, en acht uur in een 24-uursrace. En dan heb je nog de tests. Wij doen tests van 36 uur. Dan heb je het natuurlijk wel druk.” Het delen van de cockpit met twee andere coureurs is ook iets waar Schumacher in het begin wat moeite mee had. “Gelukkig heb ik twee ervaren teamgenoten die me soms, als ik iets te egoïstisch bezig ben, even op mijn plaats zetten en zeggen: ‘Oké, denk er op die manier over’.” 

Met de komst van Aston Martin als fabrieksteam en de toevoeging van Alpine, BMW en Lamborghini dit jaar, belooft het seizoen 2025 nog spannender te worden dan 2024. Daarnaast biedt het nog meer kansen voor coureurs om voor een grote fabrikant te racen. Door de stevige competitie, het aantal grote namen en de stabiele regels voor de komende jaren lijkt het WEC op papier geen slecht alternatief voor coureurs die – om wat voor reden dan ook – de Formule 1 niet weten te bereiken. 

First appeared at nl.motorsport.com

Continue Reading
Click to comment

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *