F1 Nieuws
Het grote interview met MotoGP-legende Valentino Rossi
Wie dacht dat het World Endurance Championship weinig van de ‘Vale’-gekte zou meekrijgen, had het goed mis. Overal waar Valentino Rossi gaat of staat, is er wel een grote schare fans te vinden in afwachting van ‘the Doctor’. Met zeven wereldtitels in de MotoGP op zak nam de immens populaire Rossi na het seizoen 2021 afscheid van de MotoGP. Sindsdien heeft hij de overstap gemaakt naar de vierwielers, waarbij hij vooral achter het stuur van de Audi GT3 en BMW GT3 heeft gezeten. Dit jaar komt daar ook nog een test met de Hypercar van BMW bij. Een goed moment dus om met Rossi terug te blikken op de afgelopen jaren én vooruit te blikken op wat er nog komen gaat.
Je behaalde op de Fuji Speedway je tweede podiumfinish van het seizoen in het WEC. Ben je tevreden?
“Ja, ik ben heel blij omdat we in de laatste paar races sterk waren en de auto verbeterd hebben. Vergeet niet dat we in het WEC gebruikmaken van Goodyear-banden, die anders zijn dan de Pirelli’s in de GT World Challenge. We zijn erin geslaagd om een klein beetje sneller en wat constanter te worden. Dat is heel goed. Jammer van die laatste race in Austin. Het was zo mooi. We lagen vierde, maar met vijftien minuten te gaan ging de auto helaas stuk. Maar dat resultaat in de 6 uur van Fuji gaf ons een enorme boost. Het is altijd fijn om op het podium te eindigen.”
Iedereen kent jouw carrière op de motoren, maar je begon ooit met karten en het doel daarvan was om te racen in de autosport, toch?
“Ja, het was mijn droom in auto’s en in de Formule 1 te racen. Mijn vader Graziano was een motorracer, maar zijn carrière werd geplaagd door vele blessures. Dus hij maakte zich zorgen om mij. Na de motoren maakte hij de overstap naar de auto’s, wat ik nu dus ook doe. Maar hij drong er bij mij op aan om in de karts te beginnen, omdat hij dacht dat het in de auto’s een klein beetje minder gevaarlijk was.”
Je hebt in een F1-auto getest en er is een kans geweest om voor Ferrari te rijden, een kans die vervolgens verdween. Later kreeg je de kans om aan de GT-racerij en rallyracerij deel te nemen en zodoende ben je uiteindelijk toch in de autosport belandt.
“Ja, want in mijn hoofd had ik altijd al het idee om in auto’s te gaan racen, zodra mijn avontuur op de motoren ten einde zou komen. Na de test met Ferrari was er een mogelijkheid om eerder te stoppen en naar F1 te gaan. Maar ik besloot toen om op de motoren te blijven racen en eerlijk gezegd was dat de juiste keuze. Ik wist dat ik nog steeds sterk was, terwijl de overstap naar auto’s een sprong in het diepe was. Maar ik wilde gedurende een jaar altijd ergens tijd vinden om te leren om in auto’s te racen. Ik nam vele jaren deel aan de Monza Rally Show, aangezien dat na het einde van het MotoGP-seizoen plaatsvond. Ik had eerst het idee om aan rally’s deel te nemen. Ik heb ook twee keer gereden in het WRC, met de Subaru in Nieuw-Zeeland in 2006 en met de Ford bij de RAC in 2009. Maar ik besefte toen dat rallyrijden wel andere koek is en ik meer van racen op asfalt houd. Daar ben ik ook beter in. Het lijkt ook al meer op het racen met motoren. Ik probeerde dus uit te vogelen wat ik zou kunnen doen, heb verschillende dingen geprobeerd en GT3 leek het beste te zijn. Ik heb in 2012 met de Kessel Racing Ferrari in de Blancpain [Endurance Series] gereden op Monza en de Nürburgring, maar daarna had ik er geen tijd meer voor. Wanneer ik kon, reed ik in andere evenementen zoals de Gulf 12 Hours om mezelf bezig te houden.”
Foto door: Marc Fleury
Wanneer besloot je om met motorracen te stoppen en over te stappen naar de auto’s?
“Ik probeerde zo lang mogelijk in de MotoGP te racen, want ik wilde niet stoppen toen ik nog op mijn hoogtepunt zat. Ik wilde doorgaan totdat ik het niet meer aankon. Ik heb altijd een enorme passie gehad voor motoren en waakte ervoor om met pensioen te gaan, terwijl ik nog wel wat te bieden had. Ik had geen haast. Toen mijn MotoGP-carrière voorbij was, was ik er klaar voor om in de auto te stappen. We hebben met bijna alle fabrikanten gesproken om te zien waar we naartoe konden. Vincent Vosse, hoofd van Team WRT, was het meest gepassioneerd over zijn programma en degene die het meest in mij geloofde als coureur. De andere fabrikanten waren meer geïnteresseerd in mij vanwege ‘de persoonlijkheid Valentino Rossi’. Maar zij hadden geen duidelijk idee van wat te doen. Vincent was echter meer gefocust op het racen.”
Velen dachten dat je voor Ferrari zou gaan racen, aangezien je daar toch al voor gereden had…
“Ja, en dat had ik ook graag gedaan. We hebben gesproken, maar… Ik weet het niet, ze waren niet heel erg geïnteresseerd. Zij hadden andere plannen. De mogelijkheid was er, maar laten we zeggen dat Vincent degene was die mij direct wist te overtuigen.”
WRT was een Audi Sport-team. Audi had eerder een prototype LMDh, waar later een streep door ging. Was het jouw idee om in de GT3 te beginnen en daarna door te stromen naar de prototypes?
“Nee. Ik zou graag in de Hypercars willen racen, omdat het de MotoGP van de prototypes is. Maar dat is niet een doel dat ik mezelf gesteld heb. Ik zou het ook prima vinden om een sterke coureur in de GT3’s te worden. Maar als er zich een kans voordoet, dan deins ik daar natuurlijk niet voor terug. Het was aanvankelijk ook anders, want WRT was het officiële klantenteam van Audi Sport en ik zag mezelf wel voor Audi racen. Maar halverwege het eerste jaar ging er een streep door de Hypercar, dus Vincent vertelde me dat het belangrijk werd voor het team om een andere fabrikant mét prototype te vinden. Toen hij me over BMW vertelde, was ik meteen blij, omdat ik altijd een enorme passie heb gehad voor dit merk en altijd BMW’s als persoonlijke auto’s heb gehad. In 2001 kocht ik de eerste M3. Daarnaast doet mijn vader Graziano aan driften en de BMW is daar perfect voor. Hij heeft er zelfs meerdere. Het is dus altijd een auto geweest die ik prettig heb gevonden.”
Hoe ervoer jij die verrassende overstap van Audi naar BMW, zo halverwege het seizoen?
“Het was in eerste instantie een grote verrassing. Ik zag het eerlijk gezegd niet aankomen. Maar het verliep allemaal goed. Toen ik met de bazen van BMW begon te praten, voelde ik al veel meer interesse in mijn GT-ambities dan bij Audi, dat mij niet zozeer had overwogen – wellicht omdat de banden met Vincent ten einde waren gekomen. De eerste ontmoeting met Andreas Roos [hoofd BMW M Motorsport] gaf mij echter direct een goed gevoel. Dat heeft me enorm geholpen, aangezien het gevoel van steun van een officiële fabrikant toch anders is.”
Waar kwam het idee vandaan om in de GTWC te rijden en daarmee de lagere klassen over te slaan? Als voorbeeld: Dani Pedrosa en Jorge Lorenzo begonnen op nationaal niveau en in klassen met één en dezelfde auto…
“Ik voelde me klaar voor dit kampioenschap. In tegenstelling tot Dani en Jorge heb ik ook altijd al in auto’s geracet. Ik deed minstens één of twee races per jaar. En in mijn eerste race in 2012 was ik direct behoorlijk sterk. In 2019 had ik in Abu Dhabi samen met Luca Marini en Uccio [Alessio Salucci, Rossi’s manager] een fraai gevecht met twee officiële Audi’s, bestuurd door geweldige coureurs als Mattia Drudi, Dries Vanthoor en Christopher Mies, de Iron Dames en veel andere competitieve auto’s. We eindigden toen als derde. Dus ik was ervan overtuigd dat ik direct in de GTWC kon beginnen.”
Foto door: BMW Motorsport
Wat voor ontvangst kreeg je in de GT-wereld, van je teamgenoten en je rivalen?
“Ik moet zeggen dat het goed was. Het zijn allemaal goede jongens, met name de coureurs die ik beter heb leren kennen, zoals mijn teamgenoten – maar ook de andere coureurs. Op de baan is er veel rivaliteit en gunt niemand je wat, zeker ik niet aangezien ik van de motoren kom! Maar naast de baan heb ik alleen maar aardige jongens ontmoet.”
Op de motor zat je alleen, maar in de auto moet je de cockpit delen met teamgenoten. Hoe verliep dat proces voor jou?
“Ik heb altijd al van teamsporten gehouden. Ik was ook graag een voetbal- of basketbalspeler geworden, zodat ik teamgenoten had gehad om samen mee te spelen. Ik vind het dus wel mooi om een auto met andere coureurs te delen. Het eerste jaar racete ik samen met Fred Vervisch en Nico Müller bij Audi. We kregen meteen een hechte band, omdat we allemaal voor hetzelfde resultaat vechten. In de MotoGP heeft je teamgenoot dezelfde motor. Maar het is niet jouw motor, het is nog steeds een andere, terwijl de auto voor alle drie de coureurs hetzelfde is. Je moet in staat zijn om je aan te passen en niet doen alsof je alleen bent. Ik voelde me meteen op mijn gemak om de auto met anderen te delen.”
Hoe verandert de aanpak tussen verschillende auto’s op hetzelfde circuit?
“Audi en BMW zijn de meest verschillende auto’s van allemaal! In het begin was ik bang voor de Audi, omdat iedereen me vertelde dat het een veel moeilijkere auto was om mee te rijden vergeleken met een Ferrari of een andere auto. De R8 is echt een racewagen met een heel precieze voorkant, maar nerveus aan de achterkant. Daarom wilde ik hem graag proberen tijdens de test die Vincent organiseerde in Valencia, een paar weken na de laatste MotoGP-race. Ik had er een goed gevoel over en besloot het te proberen, maar het is eigenlijk een ingewikkelde auto om mee te rijden. De BMW is compleet anders. Het was moeilijk om me aan de M4 aan te passen, maar niet zozeer omdat ik maar één jaar met de Audi had gereden. De coureurs die goed waren met de Audi zijn succesvol, omdat ze er zoveel jaren mee hebben gereden, zoals Mattia Drudi bijvoorbeeld. De BMW heeft absoluut zo zijn kleine problemen, maar is makkelijker voor iemand met minder ervaring, omdat deze stabiel is in de snelle sectoren.”
Zit je na drie jaar op het beoogde niveau?
“Toen ik begon, vroeg Vincent mij wat mijn doel was. Ik vertelde hem dat ik aan het einde van het eerste jaar in staat wilde zijn om het op te nemen tegen de PRO-coureurs. In veel opzichten ben ik blij omdat ik zo gegroeid en verbeterd ben. Ik reed goed in de laatste paar races, maar ben nog steeds een beetje verwijderd van de topcoureurs. Er is nog veel werk aan de winkel. Hoewel ik ouder begin te worden, wil ik graag in de buurt komen van de beste GT-coureurs ter wereld.”
Je hebt twee GTWC Sprint-races gewonnen, maar in de Endurance Cup nog niet. Zijn die Sprint-races meer zoals de MotoGP?
“Helaas heb ik in de Endurance Cup nog niet eens op het podium gestaan. Mijn beste resultaat was een vierde of vijfde plaats. De Sprint is zeker meer te vergelijken met de MotoGP, maar dat is niet de enige reden waarom het in die races beter gaat. Vandaag de dag is de Endurance een race met sprintraces van een uur. Het is dus niet dat je zo veel strategieën kunt verkennen. Misschien komt het meer door de verdeling van de coureurs in de kwalificaties voor de Sprint. Ik heb Maxime Martin als teamgenoot en hij is heel snel. Maar in de Endurance hadden we ook goede races. We hadden daar alleen iets meer pech. Hopelijk kunnen we daar ook competitief worden en binnenkort iets bereiken.”
Foto door: JEP / Motorsport Images
Dit jaar heb je de overstap gemaakt naar het WEC. Hoe is het om daar in het verkeer van de prototypes mee te rijden?
“Het is zo lastig! Het is gevaarlijk en je moet voorzichtig zijn en altijd in de achteruitkijkspiegel kijken. De prototypecoureurs komen heel stevig voorbij. Het is niet dat ze even vragen ‘sorry, mag ik erlangs?’ Ze knijpen er gewoon tussen en gaan ervandoor. Het is moeilijk. Ik moet zeggen dat ik liever alleen met GT3’s rijd, maar in het WEC racen we allemaal samen met de prototypes en dat maakt deel uit van het spel. Als coureur moet je dat goed kunnen managen.”
Toen je afscheid nam van de MotoGP, deed je dat ook omdat de kalender behoorlijk vol werd. Maar in 2024 heb je uiteindelijk ook zestien evenementen op de planning staan. Ben je voor volgend jaar van plan om het dubbelprogramma van GTWC en WEC voort te zetten?
“Ik wist dat zestien races te veel van het goede zou zijn. Ik bevind me nu in dezelfde situatie als in de MotoGP. Ik ben moe en mijn partner Francesca wordt boos omdat ik altijd onderweg ben! Dit jaar doe ik het, omdat ik een beter begrip wilde krijgen van hoe het is. Maar voor 2025 is het mijn doel om iets van tien of elf races te rijden. Ik zal beginnen in Bathurst [voor de 12-uursrace] en zal daarna beslissen of ik GTWC of WEC doe. Het ene is een wereldkampioenschap [WEC], dus het behalen van die titel brengt toch wat prestige met zich mee. Maar in de SRO-kampioenschappen zijn de races echt goed en met alleen maar GT3’s. Het is een lastige keuze. Ik heb nog geen beslissing genomen.”
Is er nog iets specifieks wat je zou willen doen, bijvoorbeeld de 24 uur van de Nürburgring of Daytona?
“Allereerst wil ik graag de BMW LMDh testen. En dat ga ik ook doen tijdens de Rookie Test in Bahrain, die plaats zal vinden na de laatste race van het jaar [in het WEC]. Ik ben daar heel erg blij mee, want vorig jaar heb ik al de LMP2 aan de tand gevoeld. Het doel is nu dus om dat [de Hypercar] te proberen. Wie weet… Misschien is er in de toekomst wel een plaats in de Hypercar. We zullen zien! Anders is Daytona nog niet zo slecht. Die zou ik ook graag willen doen. De Nordschleife was een van mijn eerste doelen samen met de 24 uur van Le Mans, maar het probleem is dat je eerst één of twee races met een kleinere auto moet rijden om toestemming te krijgen. En eerlijk gezegd wil ik nu niet in iets rijden wat kleiner is dan een GT3.”
En dan zit je ook nog met je verplichtingen aangaande de VR46 Academy…
“Dit jaar kon ik helaas niet veel aanwezig zijn bij de races en had ik minder tijd om met onze Academy-rijders te werken. In 2025 wil ik meer aanwezig zijn. Dus ik zal ook minder racen om dat te kunnen doen.”
Komt er in de toekomst nog een GT3 Academy?
“Ik denk het niet. We zijn wat bekender in de motorsportwereld, dat is waar we een verschil kunnen maken. Misschien zullen sommige van onze coureurs zodra zijn klaar zijn met hun carrière in de motorsport, wel de overstap maken naar de autosport. Dan kan ik ze natuurlijk wel van adviezen voorzien!”
Er komt gezinsuitbreiding. Je bent momenteel in afwachting van je tweede dochter. Hoeveel is Valentino Rossi veranderd nu hij een familie heeft?
“We hebben een meisje genaamd Giulietta. Zij is 2,5 jaar oud. En in januari krijgen we er een tweede meisje bij. We hebben nog geen naam voor haar, daar denken we nog over na! Het is fijn. Ik geniet ervan en ben blij. Het heeft ook geen problemen opgeleverd voor mijn racecarrière. Als ik in de auto zit, denk ik nooit aan mijn dochter. Ik weet dat Enzo Ferrari daar anders over dacht, maar in mijn geval ben ik het er niet mee eens! Het probleem – als er al een probleem is – is dat je ouder wordt…”
Over leeftijd gesproken: de GT-racerij maakt het mogelijk om lang door te gaan met racen. Hoe lang gaat Valentino Rossi door?
“Ik zou graag nog minstens tien jaar in auto’s willen racen. Dat is het doel. Het is ook waar dat er in het leven geen zekerheden zijn, maar ik zou graag nog een tijdje door willen gaan. Deze auto’s zijn zeer technisch, maar je fysieke gesteldheid – zelfs al ben je niet de jongste meer – speelt geen heel grote rol. Dat is ook waarom ik denk dat ik nog meerdere jaren door kan gaan. Ik geniet en beleef er veel plezier aan, en dat is het belangrijkste. Daar zijn we hier voor!”
First appeared at nl.motorsport.com