Teams
#22, twee keer kampioen, twee keer op rij
Nog voor de tijd dat F1-coureurs hun eigen startnummers konden kiezen, wat in 2014 geïntroduceerd werd, zaten de teams vast aan startnummers die verbonden waren aan de prestaties van het voorgaande seizoen. Zo was Sebastian Vettel in 2010 kampioen en kon Red Bull startnummer vijf – waar hij dat seizoen mee begon – inruilen voor startnummer één in 2011. Uit bijgeloof is er geen plaats voor startnummer dertien – door slechts vier coureurs gebruikt sinds 1950 – en door het grote veld in 2008 en 2009 gaan die startnummers door tot 23.
Daarbij geldt dus dat de coureurs met startnummers 22 en 23 het team vertegenwoordigen dat het seizoen ervoor het slechtst gepresteerd heeft. In 2008 gaat die ‘eer’ naar een verrassende naam: McLaren. Lewis Hamilton en Fernando Alonso strijden in 2007 immers tot de laatste race om de titel, maar vanwege Spygate – wat McLaren ook al op een recordboete van 100 miljoen pond komt te staan – verliest het team uit Woking alle punten in het constructeurskampioenschap. Daarom draagt Hamilton in 2008 het startnummer 22, teamgenoot Heikki Kovalainen krijgt 23 toegewezen.
Na het mislopen van de titel in zijn debuutseizoen is Hamilton hongeriger dan ooit om zichzelf te bewijzen en mee te dingen naar de titel. Het is na enkele races duidelijk dat hij het niet makkelijk gaat krijgen, want Felipe Massa in de Ferrari heeft de snelheid er goed in zitten. In Brazilië, de laatste race van het seizoen, staat een titanenstrijd te wachten. Hamilton heeft immers 92 punten, Massa moet voor het thuispubliek imponeren omdat hij op 87 punten staat. En in die race doet Massa ook alles wat hij kan doen om aanspraak te maken op de titel. Hij verovert de pole, zet de snelste raceronde neer en wint de Grand Prix. Er wordt al feest gevierd in de Ferrari-garage, aangezien Hamilton slechts zesde ligt wanneer Massa over de meet komt en dat betekent dat de Brit de titel kan vergeten. Even waant Massa zich kampioen, totdat Hamilton in bocht 12 voorbij gaat aan de worstelende Timo Glock en dan ineens aan die vijfde plaats toch genoeg heeft. Hamilton pakt zijn eerste titel, meteen de eerste titel ooit voor een coureur met startnummer 22.
Twee op rij
Aangezien startnummer 22 in die tijd dus is weggelegd voor de minder presterende teams, zou je denken dat er niet vaak een coureur is die met dat startnummer ook uiteindelijk het seizoen als kampioen afsluit. Toch gebeurt dat na Hamiltons eerste F1-titel nog één keer – en, jawel, direct het seizoen erop. Ook daar zit een bijzonder verhaal achter. Na het seizoen 2008 trekt Honda zich terug uit de Formule 1. Honda sluit dat seizoen als negende af bij de constructeurs terwijl Super Aguri met Honda-motoren hekkensluiter is. Super Aguri stopt met Formule 1 en Honda zet het fabrieksteam in de etalage. Dat betekent ook dat F1 de startnummers 18 en 19 reserveert voor Honda – of de potentiële koper – terwijl Force India als de nummer tien van 2008 startnummers 20 en 21 krijgt toegewezen.
Laatstgenoemde team heeft dus al merchandise laten maken voor het seizoen 2009 – met die twee startnummers – wanneer bekend wordt dat Ross Brawn het team van Honda overneemt en deze omdoopt tot Brawn GP. Aangezien het team als ‘nieuw’ bestempeld wordt, schuiven zij achter Force India aan. Dat betekent dus dat Force India nu recht zou hebben op startnummers 18 en 19, maar daar wil het team vanwege de geproduceerde merchandise niet aan beginnen. In plaats daarvan dient het team het verzoek in om 20 en 21 te behouden, wat dus automatisch betekent dat Brawn startnummers 22 en 23 krijgt. Brawn is daar niet op tegen: Jenson Button is de nummer 22, Rubens Barrichello de nummer 23.
En alsof het zo moet zijn, is het opnieuw de coureur in de auto met startnummer 22 die een sterk seizoen kent. Brawn GP geeft de gevestigde teams al na één winter het nakijken, mede te danken aan de briljante uitvinding van de dubbele diffuser. Button wint vijf van de eerste zes races, maar wint na die zesde zege niet meer in de resterende elf races. Sterker nog: hij eindigt dan nog maar twee keer op het podium. Ondanks dat is het in Brazilië genoeg om de F1-titel veilig te stellen. Button kroont zich tot kampioen terwijl Brawn ook in het eerste jaar meteen de constructeurstitel verovert. Een primeur, want nog nooit had een nieuw team direct beslag gelegd op de toppositie in dat klassement.
Sinds Button en Hamilton hebben Pedro de la Rosa (2010 en 2012), Narain Karthikeyan (2011) Jules Bianchi (2013) en Yuki Tsunoda (2018-heden) startnummer 22 gedragen. Ook Button zelf maakte er van 2014 tot en met 2017 nog gebruik van.
First appeared at nl.motorsport.com