Teams
Alpine: F1-teams proberen om budgetplafond heen te werken
Sinds twee jaar geldt er een budgetplafond in de Formule 1. Teams mogen in een seizoen niet meer uitgeven dan een maximaal afgesproken bedrag. Vorig jaar stond het plafond op 140 miljoen dollar. Daardoor konden de teams dus niet meer oneindig ontwikkelen, en moesten er zelfs mensen weg bij de renstallen. Grote teams hebben echter vaak nog andere programma’s naast dat van de Formule 1 lopen. Daarmee zouden ze medewerkers kunnen verspreiden over verschillende projecten, en ze eventueel terughalen als ze nodig zijn in de F1, zonder dat alle kosten dan binnen de budgetcap vallen.
Alpine F1-teambaas Otmar Szafnauer denkt dat Alpine het voordeel had dat ze eigenlijk al binnen het budgetplafond pasten en niemand de fabriek hoefde te verlaten, maar dat andere teams snel geleerd hebben hoe ze effectief – en binnen de regels – met personeel om kunnen gaan en ze snel kunnen verplaatsen. “Als iedereen de goede grootte heeft, verlies je een klein beetje. Wat sommige teams volgens mij nu doen, de grotere teams, is dat ze kijken hoe ze de regels kunnen uitbuiten of waar er gaten in de reglementen zitten. Dit om organisatorische veranderingen te kunnen maken om meer mensen te laten werken onder het budgetplafond. Wij zijn daar nu nog niet, zij wel. Ik moest afscheid nemen van honderd man, maar nu wil ik ze terugnemen, omdat dat kon onder het budgetplafond. Ik kon plekken voor ze vinden, waar ze bijvoorbeeld niet tellen als volledig persoon, of waar ze wat marketingdingen doen, of dat ze voor een deel van de tijd aan een boot werken. Daar zijn we nu nog niet. Ik denk dat het voordeel van het aan het begin goed zitten langzaam verdwijnt.”
Szafnauer zegt dat Alpine een technologiecentrum heeft dat werk doet buiten F1. “We zijn daar mee begonnen. We hebben een groep mensen, maar die is klein. Hij bestaat uit iets van twee mensen. We bouwen een skibeugel en er komen drie projecten aan, waaronder onderdelen voor de Alpine-auto. We gebruiken de ontwerpmiddelen niet. Wel gebruiken we wat fabrieksmiddelen om onderdelen als de achtervleugel te maken, wat werk aan de aerodynamica en wat lamineerwerk, maar niet veel. Er zijn externe bedrijven die helpen met het ontwerp. Er zijn mensen van ons met pensioen gegaan. We kunnen hen gebruiken om de auto te ontwerpen, dat hebben we gedaan. We hebben het niet opgericht om extra mensen onder de budgetcap te laten werken. Het bestaat, maar zoals ik zei, zijn het twee mensen. Niet honderden.”
First appeared at nl.motorsport.com