Connect with us

Supercars

Dit zijn de twaalf supercars in het Louwman Museum

Avatar

Published

on

Een deel van de in het Haagse automuseum tentoongestelde supercars uit de jaren 90 komt direct voort uit de racerij en een deel bestaat gewoon, omdat het kan. Gemene deler is dat je wel van goeden huize moet komen om met minder dan 500 pk tot deze imposante selectie te worden toegelaten.

De Ferrari F50 in de hal van het museum.

Het bezit van zo’n snelle auto is leuk, er mee racen is vaak nog leuker. Met die gedachte ontstaat in 1994 de BPR Global GT Series, een internationale raceklasse met acht wedstrijden van ongeveer vier uur. Dit kampioenschap komt voort uit de Duitse Porsche Cup en de Franse Venturi Cup. In eerste instantie heeft het veel weg van een ‘gentlemen’ raceklasse. Maar al snel verschijnen er deelnemers aan de start met aangepaste sportwagens als de Lotus Esprit, Chevrolet Corvette of De Tomaso Pantera. De deelnemers strijden op het scherp van de snede. In het tweede seizoen melden zich zelfs equipes met fabrieksondersteuning. Zo doen er auto’s mee waarvoor eerder geen passende klasse beschikbaar was: voor de GT-racerij doorontwikkelde versies van bijvoorbeeld de McLaren F1 en de Jaguar XJ220. Behalve bij de BPR-races verschijnen deze GT1’s ook aan de start in de GT1-klasse tijdens de 24 Uur van Le Mans, net als trouwens een Bugatti EB110 LM. En ze hebben succes. Een McLaren F1 GTR zegeviert in 1995 soeverein op Le Mans. Sterker nog: op één auto na bestaat dat jaar de hele top 5 uit McLarens.

Gebouwd om te winnen

Ook bij Porsche heeft de BPR-serie de aandacht. Aanvankelijk homologeert de firma uit Zuffenhausen een evolutieversie van de 911 GT2 (generatie 993). Die auto komt echter te kort op de top van het veld. Porsche besluit de zaken dan maar rigoureus aan te pakken. Met de GT1-regelementen in de hand ontwikkelt het voor 1996 een compleet nieuwe auto: de 911 GT1. Die is aan de voorkant losjes gebaseerd op de 993 terwijl de achterkant inclusief de aandrijflijn niet heel veel anders is dan de vermaarde 962 Groep C-auto. Behalve de koplampen en achterlichten heeft de 911 GT1 weinig gemeen met de standaard 911. Waar de GT1-auto’s in de BPR-serie tot dan toe voor racegebruik aangepaste straatauto’s waren, is de 911 GT1 niets anders dan een raceauto waarvan om aan de reglementen te voldoen 25 straatauto’s in productie gaan.

Nu er één schaap over de dam is, volgen er meer. Wanneer het roemruchte Deutsche Tourenwagen Meisterschaft (DTM) halverwege de jaren 90 sneuvelt, zoekt Mercedes een nieuwe uitdaging. Dat wordt de inmiddels tot FIA GT Championship omgedoopte BPR-serie. Aan het dan nog zelfstandige AMG in Affalterbach de schone taak om voor het kampioenschap van 1997 een GT1 Mercedes te ontwikkelen, de CLK GTR. Achter de voorstoelen zit een 6,9 liter V12, een doorontwikkeling van de motor die vijf jaar eerder al achter in de C112 conceptcar zat en eigenlijk gebaseerd was op de krachtbron uit de 600 SEL. Omdat bij hen die zich een CLK GTR kunnen veroorloven vaak niets gek genoeg is, bouwt AMG naast twintig straatauto’s met een gesloten dak ook nog zes cabrio’s. Gewoon, omdat het kan.

Nissan R390 GT1

Nissan R390.

Van museum naar straat

Nissan is het eerste Japanse merk dat aanhaakt. Hun sportafdeling Nismo is prima in staat om een eigen auto te ontwikkelen, maar het besteedt de klus uit aan het Engelse TWR. Inderdaad: Tom Walkinshaw Racing dat eerder furore maakte met Jaguars. Vertrekpunt voor Nissan is de Jaguar XJR-15. Waarom moeilijk doen als het ook makkelijk kan? Maar de Nissan die in 1997 aan de start van de 24 Uur van Le Mans staat is geen Jaguar met een andere neus. Volgens Eric Comas, de coureur die het meeste ontwikkelingswerk aan de R390 GT1 doet, zijn de overeenkomsten tussen de Nissan en de XJR-15 eigenlijk heel klein. Alleen het dak en de vorm van de monocoque zijn hetzelfde. Maar de vooruit is al anders, net als het kopschot tussen de cockpit en de motorruimte.

De manier waarop met koolstofvezel is gewerkt verschilt eveneens. Onder de motorkap zit een eigen Nissan 3,5 liter V8. Omdat Nissan alleen mee wil doen aan de 24 Uur van Le Mans volstaat één straatauto en die staat in Japan in het museum. Comas had aanvankelijk met Nissan afgesproken ook een straatauto te krijgen. Dat gaat niet door, maar de Franse coureur neemt twintig jaar later zijn Le Mans-auto uit 1998 van Nissan over en maakt daarvan vervolgens zelf een straatlegale versie. Het betreft de witte auto in het Louwman Museum.

Porsche 911 GT1

In de loop van 1997 ontstaat bij Toyota Motorsport GmbH (TMG) in Keulen de GT-One met achterin een 3,6 liter V8. Nog meer dan Porsche en Mercedes zoeken ze bij TMG de grenzen en vooral de mazen in het reglement, waardoor de GT-One al aardig op een Groep C-auto lijkt. Overigens zitten ze bij de twee fabrikanten uit Stuttgart evenmin stil. Die komen in 1998 allebei met vrijwel nieuwe auto’s: de CLK LM en de 911 GT1-98. Van die laatste staat het prototype deze zomer in het Louwman Museum. McLaren haakt echter af, de grenzen van wat er met de F1 mogelijk is lijken bereikt zonder daarvoor een compleet nieuwe auto te ontwikkelen.

Aan het eind van het seizoen 1998 houden Porsche en Nissan het eveneens voor gezien met hun GT1-auto’s. Daarmee valt het doek voor het FIA GT-kampioenschap met de GT1-auto’s. Wat rest is een collectie unieke auto’s waarvan je de belangrijkste exponenten nu in het Louwman Museum kunt bewonderen.

BMW M8 Louwman Museum

Bezoekers van over de wereld

Met nog een week te gaan kijken de organisatoren nu al terug op een succesvolle tentoonstelling: “We ontmoetten zelfs mensen die speciaal overkwamen uit landen als Japan, Zuid-Korea en Canada, maar nog belangrijker, we kregen een nieuwe doelgroep binnen. Jongeren in de leeftijd van twaalf tot achttien jaar die we normaal ook wel over de vloer krijgen maar dan zijn ze bijvoorbeeld met hun opa en oma, nu komen ze uit zichzelf”, aldus conservator Sjoerd van Bilsen, die de collectie bij elkaar heeft gekregen. Van Bilsen zegt dat het bezoekersaantal boven prognose ligt, al geeft hij geen exacte aantallen. “Houd het op tienduizenden. Leuk ook dat we zelfs autospotters op bezoek kregen, pure liefhebbers  die eerbiedig en met respect met de bolides omgingen. Bij de BMW M8 kregen we vaak de vraag of ze de motor even mochten zien. Het is heel bijzonder dat we die auto, waarvan er maar een is, hier kunnen laten zien maar dat geldt natuurlijk voor meerdere auto’s. Zo is er van de Vector W8 maar een exemplaar in Europa en de Aston Martin Vantage V600 was nog maar zo recent door de huidige eigenaar aangeschaft dat die nog niet eens in zijn eigen collectie heeft gestaan maar direct naar ons museum kwam. De beroemdste bezoeker van de expositie was Jackie Jackson, de oudste broer van Michael en lid van de Jackson Five.”

Deze twaalf auto’s stelen nog tot en met 1 september de show:

Nissan R390 GT1 (1998)

De Nissan R390 GT1 waarmee Jan Lammers samen met Eric Comas en Andrea Montermini in 1998 de 24 Uur van Le Mans als zesde eindigen is in feite een stiefbroer van de Jaguar XJR-15, wat weer de straatlegale dan wel commerciële broer is van de XJR-9 waarmee Lammers in 1988 in Le Mans zegeviert.

Motor: 3,5 liter V8, twin turbo

Vermogen: 558 pk

Topsnelheid: 354 km/h

Bugatti EB110 Super Sport (1992)

Voordat Volkswagen rond de eeuwwisseling Bugatti nieuw leven inblaast, doet in 1987 een groep Italianen al een poging. Dit leidt tot de EB110. In 1994 doet er een Bugatti EB110 als GT1 mee aan de 24 Uur van Le Mans. De auto doet het niet onaardig, maar moet na 230 ronden de strijd staken.

Motor: 3,5 liter V12, 4 turbo’s

Vermogen: 612 pk

Topsnelheid: 355 km/h

Bugatti EB110 Louwman

Ferrari F50 (1995)

Voor zijn halve eeuwfeest komt Ferrari met de open F50. De V12 in de open tweezitter is een directe afgeleide van Ferrari’s Formule 1-auto uit 1993. Voor het GT1-kampioenschap ontwikkelen de Italianen een dichte versie van de F50, de F50 GT. Maar met de nieuw ontwikkelde Porsche 911 GT1 in aantocht zet Ferrari voortijdig een streep door dat project.

Motor: 4,7 liter V12, atmosferisch

Vermogen: 512 pk

Topsnelheid: 325 km/h

Ferrari F50

Mercedes-Benz C112 (1991)

Bedoeld als commerciële spinn-off van de Sauber-Mercedes C11 kampioensauto heeft de Mercedes C112 tal van verwijzing naar het rijke verleden van het merk. Denk bijvoorbeeld aan de vleugeldeuren van de 300 SL. Het idee van de als luchtrem te gebruiken voor- en achterspoiler komt later terug op de Mercedes-Benz SLR McLaren.

Motor: 6,0 liter V12, atmosferisch

Vermogen: 408 pk

Topsnelheid: 307 km/h

Mercedes-Benz C112 Louwman Museum

Vector W8 (1990)

Ontsproten aan het brein van de Amerikaanse vliegtuig liefhebber Gerald Wiegert is de Vector W8 een uniek stuk autohistorie. De motor is in basis de V8 uit de Chevrolet Corvette, maar dan onderhanden genomen door racemotorenbouwer Rodeck. De achtcilinder werkt samen met een eveneens van GM afkomstige drietrapsautomaat.

Motor: 6,0 liter V8, twinturbo

Vermogen: 625 pk

Topsnelheid: 380 km/h

Vector W8 Louwman Museum

Jaguar XJ220 (1992)

Aanvankelijk bedacht met vierwielaandrijving en Jaguar’s majestueuze V12 krijgt de productieversie van de XJ220 uiteindelijk achterwielaandrijving en een motor uit een Austin Metro. Maar dan wel de V6 uit de MG Metro 6R4, het Groep B-rallykanon. Die zescilinder vindt eveneens zijn weg naar de Jaguar Le Mans-auto’s.

Motor: 3,5 liter V6, twinturbo

Vermogen: 549 pk

Topsnelheid: 354 km/h

Jaguar XJ 220

McLaren F1 (1993)

Bij McLaren zijn ze in de jaren 80 gewend om Formule 1-kampioenschappen te winnen, met Niki Lauda, Alain Prost en Ayrton Senna. Maar een straatauto bouwen is een heel andere tak van sport. Toch gebeurt het. Aanvankelijk is het de bedoeling er 300 te produceren. Na 100 stuks houdt het echter op. Eén van die 100 is in 1995 wel de winnaar van de 24 Uur van Le Mans.

Motor: 6,1 liter V12, atmosferisch

Vermogen: 627 pk

Topsnelheid: 386 km/h

McLaren F1 Louwman Museum

Toyota GT-One (1998)

Het laatste jaar van het FIA GT-kampioenschap is Toyota van de partij met de GT-One. Voor deze auto heeft Toyota de grenzen van het reglement tot in het extreme opgezocht. Hoe uniek deze auto is? Japanse racefans hebben kaartjes besteld om in het Louwman Museum de rode straatauto te kunnen zien.

Motor: 3,6 liter V8, twinturbo

Vermogen: 550 pk

Topsnelheid: 371 km/h

Toyota GT One

Mercedes-Benz CLK GTR (1997)

Voor de 24 Uur van Le Mans vinden ze bij Mercedes de V12 in de CLK GTR in zijn eerste seizoen nog niet geschikt. Liever zetten ze hem in voor de kortere races, van maximaal een uur of vier. Desalniettemin gaat Team AMG-Mercedes aan het eind van debuutjaar 1997 wel met de titel aan de haal.

Motor: 6,9 liter V12, atmosferisch

Vermogen: 600 pk

Topsnelheid: 323 km/h

Mercedes-Benz CLK GTR Louwman Museum

BMW M8 (1991)

Als de overtreffende trap van de 850i ontwikkelt BMW’s sportafdeling de M8. De auto valt 340 kilo af en krijgt een beul van een V12 in het vooronder. De concernleiding ziet helaas niets in het project waardoor het bij slechts één prototype blijft. Helemaal voor niets is de exercitie niet: de V12 uit de M8 wordt het kloppend hart van de McLaren F1.

Motor: 6,0 liter V12, atmosferisch

Vermogen: 640 pk

Topsnelheid: 320 km/h

BMW M8

Aston Martin Vantage V600 (1998)

Zijn aluminium carrosserie ten spijt is de Aston Martin Vantage een bijna twee ton wegend monster, met zijn met leer en hout afgewerkte interieur heeft hij weg meer een rijdende herensociëteit dan van een sportwagen. Evenwel is zijn motor met twee superchargers gebaseerd op de 700 pk V8 uit de AMR1, Aston Martins Le Mans-racer uit 1989.

Motor: 5,3 liter V8, twee superchargers

Vermogen: 600 pk

Topsnelheid: 320 km/h

Aston Martin Vantage V600

Porsche 911 GT1 ’98 (1998)

De Porsche 911 GT1 is er in drie incarnaties. In eerste instantie heeft de auto de ronde koplampen van de laatste generatie 911’s met luchtgekoelde boxermotor (de 993). Wanneer in 1997 de compleet nieuwe generatie 911 (de 996) verschijnt krijgt de GT1 diens spiegelei-vormige koplampen. In 1998 deelt de GT1 alleen nog zijn achterlichten met de gewone 911.

Motor: 3,2 liter zescilinder boxermotor, twinturbo

Vermogen: 550 pk

Topsnelheid: 350 km/h

Porsche 911 GT1

 

First appeared at www.autoweek.nl

Continue Reading
Click to comment

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *