Teams
Haas nog niet van plan om focus volledig naar 2024 te verleggen
Na een prima begin van 2022 hoopte Haas F1 opnieuw op sterke wijze aan het nieuwe seizoen te beginnen, al viel dat qua resultaten nog tegen. De VF-23 blijkt in de handen van Kevin Magnussen en Nico Hülkenberg met name op de zaterdagen een rappe bolide, maar op de zondag valt het duo vaak ver terug. Oorzaak daarvan is de bandenslijtage, waardoor het racetempo snel inzakt en zij geen vuist kunnen maken tegen de andere middenveldteams. Het resultaat na elf races is teleurstellend te noemen voor de Amerikaanse renstal: Haas F1 staat met elf punten op de achtste plaats bij de constructeurs. Het beste resultaat kwam in Australië, waar Hülkenberg met de zevende plaats in de chaotische slotfase zes punten pakte.
“We hebben opnieuw een goed begin van het seizoen gehad, maar we zijn wat teruggevallen omdat we niet zoveel uit onze auto hebben weten te halen als de concurrentie”, vat teambaas Guenther Steiner het seizoen tot nu toe samen. “Het positieve is dat we nu Nico in het team hebben, wat enorm geholpen heeft om alle prestaties eruit te halen. Hij werkt heel hard om het team gemotiveerd te houden en te pushen.” Volgens Steiner zijn er dit seizoen ‘nog veel meer positieve dingen’ te noemen. Een daarvan heeft betrekking tot de pitstops. “We zijn behoorlijk solide op dit moment, duimen dat het zo blijft. Maar we kunnen niet echt laten zien waartoe we in staat zijn.” De Zuid-Tiroler wijst niet per se naar het gebrek aan racetempo, maar met name de hoge bandenslijtage van de VF-23 als oorzaak. Daardoor heeft het team niet veel punten in de wacht kunnen slepen, aldus de Haas-teambaas.
Ook op de Hungaroring oogde Haas over één ronde heel sterk. Dat bewees Hülkenberg door Q3 te bereiken, al was hij daar de langzaamste van de top-tien. Opnieuw kon de Duitser de top-tien start niet in punten omzetten terwijl Magnussen vanaf de negentiende plek slechts zeventiende werd. “Het resultaat zag er in Hongarije slechter uit dan het was, aangezien we niet al te ver van onze concurrenten af stonden”, benadrukt Steiner. “Maar we liggen nog steeds achter.” Ook de updates konden dus nog niet helpen om een stap vooruit te zetten. “Het is niet fantastisch, maar wel de juiste richting. Of de updates die extra performance gaven of dat het aan het circuit lag, is erg moeilijk te beoordelen omdat de teams zo door elkaar zitten en alles dicht bij elkaar zit. Het is moeilijk om tot een eenduidige conclusie te komen of een update werkt. Onze update was zoals we allemaal weten klein, maar deed wel wat het beloofde te doen. Alleen was het gewoon niet genoeg.”
Waar meerdere teams nu al overwegen om de focus naar 2024 te verleggen, of dat zelfs al gedaan hebben, wil Steiner daar nog niet aan geloven. “Upgrades voor dit seizoen zullen ook op de auto van volgend jaar zitten, daarom hebben we besloten om door te gaan met de ontwikkeling van de huidige auto, om onze problemen echt te begrijpen en te zien op welke vlakken we de auto beter kunnen maken voor volgend jaar”, legt hij uit. “Op dit moment ontwikkelen we beide auto’s parallel en we weten nog niet echt wanneer we ons enkel op 2024 zullen richten.”
First appeared at nl.motorsport.com