De F1-strijd van Aston Martin: Een kijkje in het ‘moeilijkste’ seizoen tot nu toe

Twaalf maanden geleden verliet Aston Martin de Grand Prix van Brazilië met een podiumplaats die erop wees dat het eindelijk wat antwoorden had over zijn auto toen het de winter in ging. Als we snel doorspoelen naar een jaar later, dan kon het verschil tussen beide situaties haast niet groter zijn. Nu verliet Aston Martin Interlagos namelijk met vraagtekens over de problemen met de AMR24 op een natte baan en is het antwoord op de vormdip nog altijd zoek. 

Misschien nog wel het meest verontrustend voor een team dat het jaar nek aan nek begon met Mercedes, is dat het afgelopen weekend op droog asfalt het langzaamste racetempo had van iedereen. Fernando Alonso wilde daar maar al te graag op wijzen, want hij liet doorschemeren dat hij tijdens de natte kwalificatiesessie van zondagochtend indrukwekkende tijden kon neerzetten voordat hij crashte. “We nemen enorme risico’s”, zei de tweevoudig F1-kampioen. “We zijn het langzaamste team op een droge baan en in de kwalificatie [op een natte baan] waren we tweede… Dat laat dus zien hoeveel toewijding we hadden.”

Analyses in de fabriek in Silverstone gaven deze week tenminste wat antwoorden op de problemen bij nat weer – en dan met name de remproblemen waardoor Lance Stroll in de opwarmronde in de muur belandde en Fernando Alonso de hele middag zorgen baarden. Conclusie: die problemen zijn veroorzaakt door een probleem met de balans in de auto als gevolg van een vloerwijziging tussen de kwalificatie en de race – als gevolg van de crashes in de kwalificatie dus. In plaats van het Suzuka-ontwerp reden Alonso en Stroll met de vloer die in Hongarije geïntroduceerd was. Dat maakte het aerodynamische platform van de auto niet ideaal, wat resulteerde in veel blokkeringen van de achterremmen. Hoewel die problemen snel zijn opgelost, is het team op dit moment nog steeds op zoek naar een oplossing voor het relatieve gebrek aan performance ten opzichte van de concurrentie.

Vloerkwestie

Nadat een nieuwe vloer, die tijdens de Grand Prix van de Verenigde Staten was geïntroduceerd, niet opleverde wat ervan werd gehoopt, moest Aston Martin upgrades en oude concepten door elkaar gooien om het beste platform te vinden. Experimenten in Mexico bevestigden dat voor circuits met lage snelheden een versie van het Suzuka-vloerconcept het beste was. Dit concept was ook bedoeld voor Brazilië, voordat de plannen moesten worden gewijzigd vanwege de crashes tijdens de kwalificatie. Het team stapte over op de Boedapest-versie, wat beter van pas komt op snellere circuits en hoogstwaarschijnlijk in Las Vegas en Qatar gebruikt zal worden. 

Van buitenaf zouden deze vloerexperimenten kunnen suggereren dat het team de weg kwijt is in het uitzoeken wat het moet doen. Maar het is eigenlijk onderdeel van een route die het bedrijf vanaf het begin heeft gevolgd. En het is niet een miljoen kilometer verwijderd van wat het twaalf maanden geleden deed, toen het in Abu Dhabi een oud vloerontwerp uitprobeerde om volledig te begrijpen waar wel of geen vooruitgang was geboekt. Aston Martins performance director, Tom McCullough, legt uit: “We hebben dit jaar twee hoofdfilosofieën voor de vloer gehad en we hebben ze allebei aangepast en ontwikkeld omdat ze bij verschillende circuits passen. Ze passen een beetje bij verschillende circuits en zoals je merkt, hebben we een soort van middenweg tussen de twee gevonden. De vloer die we naar Austin brachten, was eigenlijk een poging om het beste uit beide werelden te halen en was een beetje een experimenteel begrip van de vloer voor volgend jaar.”

Relatief

De sleutel tot Aston Martins definitie van succes op dit moment, met zijn vloerexperimenten die waarschijnlijk zullen doorgaan tot de laatste race, is niet het daadwerkelijk ontketenen van een dramatische stap voorwaarts op het circuit zelf. In plaats daarvan draait het om het vergroten van de basiskennis en het toepassen van de lessen van dit jaar voor 2025. Daarom maakte het team ook gebruik van de vrije training in Mexico om de aerodynamica van de auto uitgebreid in kaart te brengen, in plaats van het afwerken van het gebruikelijke programma dat de andere teams ook volgden.

“Als ik kijk naar de manier hoe het er op dit moment voor staat met de AMR25-ontwikkelingen, wat in feite een evolutie is van de filosofieën die we hebben aangenomen, denk ik dat we behoorlijke vooruitgang boeken in de windtunnel”, zegt McCullough. “Maar het is altijd relatief. Ik denk dat de kennis die we hebben opgedaan [in Mexico], met al het werk aan de aero-correlatie en andere dingen die we aan het doen zijn, daar deel van uitmaakt. We hebben nog niet de onderdelen naar het circuit gebracht die echt het grote verschil hebben gemaakt en dat is duidelijk het doel voor het begin van volgend jaar.”

Kwaliteit, niet kwantiteit

Aston Martin draait er niet omheen dat het dit jaar niet heeft geleverd waar het op gehoopt had. Teambaas Mike Krack geeft toe: “Het is ons moeilijkste seizoen tot nu toe geweest omdat we niet aan onze eigen verwachtingen voldaan hebben. We hebben onszelf uitgedaagd om een auto te maken die we continu konden ontwikkelen om te concurreren met de top-vier teams en we hebben die ambities niet waargemaakt. Daar moeten we eerlijk over zijn. We moeten deze situatie accepteren, er zo veel mogelijk van leren, begrijpen welke fouten er gemaakt zijn en de beste manier vinden om verder te gaan.”

Wat Aston Martin echt moet begrijpen is waarom het voor het tweede achtereenvolgende jaar het seizoen in een behoorlijke vorm is begonnen, maar er niet in is geslaagd om te profiteren van zijn vorm terwijl anderen zijn doorgegaan met veel betere ontwikkelingen. “Performance is relatief”, voegt McCullough toe. “We hebben dit jaar niet de stappen gezet die we wilden zetten, dus de ontwikkeling ten opzichte van de rest is niet sterk genoeg geweest. Daarom hebben we wat meer moeite om punten te scoren op elk soort circuit.”

Op één vlak is het team uit Silverstone mogelijk te agressief geweest: de introductie van nieuwe, grote aero-onderdelen. Daardoor kon het nooit echt een stabiel platform opbouwen en daarom let het team nu goed op wat McLaren doet, dat voor een groot deel van het seizoen vasthield aan de vloer uit Miami. “Onze ontwikkelingsrichting was altijd duidelijk en dat is cruciaal, misschien wel meer dan de mensen van buiten realiseren, maar zijn er niet in geslaagd om de benodigde stappen op performance gebied te zetten. Daarmee hadden we Lance [Stroll] en Fernando [Alonso] een auto die goed genoeg is kunnen geven”, zegt Krack. “Dit zijn voor mij belangrijke lessen om van te leren. We hadden misschien te graag updates gewild. Er is constant vraag naar updates, updates en updates. Soms zijn we dan wat te gehaast. Dat is iets wat we hiervan moeten leren: kwaliteit, niet kwantiteit.”

Duidelijke boodschap

Het belangrijkste voor Aston Martin is om in de winter uit te zoeken wat er fout is gegaan. Daarnaast moet het gebruikmaken van zijn nieuwe aanwinsten: CEO Andy Cowell en technische kopstukken Adrian Newey en Enrico Cardile. De nieuwe simulator en windtunnel van het team, die binnenkort in gebruik worden genomen, zullen ook helpen om de ontwikkeling verder te stimuleren.

De boodschap is duidelijk: hoewel het seizoen 2024 misschien wel op een dieptepunt eindigt, wordt de realiteit van waar het team staat pas echt duidelijk met de auto van 2025 waar in de fabriek aan gewerkt wordt. Het team zegt dat de vooruitgang ‘bemoedigend’ is. “Op de achtergrond gebeurt er veel. Dat overtuigt me dat we op de juiste weg zijn, vandaar mijn vertrouwen”, vervolgt Krack. “We bevinden ons in een veel betere positie dan waar we vorig jaar stonden. We hebben veel geleerd, zowel van de successen als van de mislukkingen. We overwegen veel meer, formuleren onze doelen beter en stellen meer vragen. Het zorgt ervoor dat we beter weten wat we kunnen verwachten en wat we kunnen leveren.”